Past Simple

Uitleg - Past Simple

Als je in het Engels over iets wilt praten wat in het verleden gebeurd is gebruik je de Past Simple.

Er staat dan in de zin wanneer dit precies was zodat je dus kunt zien op welk moment iets is gebeurd, dit noem je dan een tijdsaanduiding. Voor de Past Simple zijn er tijdsaanduidingen als: last week, a month ago, yesterday, last year, in 2018.

 

Je kunt bijvoorbeeld vertellen over een vakantie van vorig jaar of een film die je gisterenavond hebt gezien:

 

Hoe maak je de Past Simple?

Om hierachter te komen, moeten we eerst een verschil bekijken tussen regelmatige werkwoorden en onregelmatige werkwoorden.

Bij regelmatige werkwoorden plak je -ed achter het werkwoord:

 

Achter de werkwoorden work, watch en visit is -ed geplakt om er een Past Simple van te maken.

 

Een onregelmatig werkwoord is anders, deze krijgen in de Past Simple een andere vorm.

Dit zijn de verleden tijden van de werkwoorden: see, take en go.

Een overzicht van de meest voorkomende onregelmatige werkwoorden vind je op: http://wp.digischool.nl/engels/oefenen/grammatica/onregelmatige-werkwoorden/

 

De Past Simple is in de lijst het woord in de tweede rij: de verleden tijd. Het is slim als je deze woorden vaak oefent, want daardoor ken je ze al snel uit je hoofd.

 

Als je een vraag wilt maken met de Past Simple gebruik je 'did' plus het hele werkwoord:

 

Als je een ontkenning (iets wat niet zo is) wilt maken met de Present Simple gebruik je 'didn't' plus het hele werkwoord:

 

Klik hier om naar de oefeningen over de Past Simple te gaan:

https://maken.wikiwijs.nl/171547/Digitaal_Leermateriaal__trede_15#!page-6487727