Oefenen met en voor Pythagoras

We hebben gezien met de stelling van Pythagoras, dat als je van de rechthoekzijden vierkanten maakt en die oppervlaktes bij elkaar optelt, je dan dezelfde oppervlakte hebt gekregen die je krijgt als je een vierkant van de lange zijde maakt.

Op die wijze kun je dus de verschillende lengtes bij een rechthoekige driehoek uitrekenen.

Hieronder vind je een voorbeeld waarin je daar gebruik van maakt.

Kun jij zijde BC uit rekenen?

 De stelling van Pythagoras zegt dat de oppervlakte van het oranje vierkant gelijk is aan de oopervlkate van het groene vierkant + de oppervlakte van het blauwe vierkant.

Samen zijn die 361 + 729 =1090

En de zijde van een vierkant waarvan we de oppervlakte weten kunnen we uitrekenen met de wortel.

De wortel van 1090 = 33,02

Dus zijde BC = 33,02

 

Op het volgende oefenblad staan nog enkele voorbeelden. Zet de antwoorden steeds in je werkstuk. Vergeet niet dat je dit nog steeds samen mag maken. 

Hier is het oefenblad dat je kunt downloaden.

 

 

Oefenen voor en met Pythagoras