Je gaat nu zelf proberen er achter te komen wat die stelling van Pythagoras nu precies is, wat die doet en wanneer je hem kunt gebruiken.
Hiervoor hebben we een aantal mogelijke opdrachten om dit te onderzoeken.
Wat we de vorige les hebben geoefend zou wel eens nodig kunnen zijn.
Samen met je klasgenoot kies je één van de opdrachten uit om te bekijken.
Zie je wat er gebeurt of juist niet?
Beschrijf je ontdekkingsreis in eigen woorden in je werkstuk.
Je mag als je wilt nog kijken naar een van de andere opdrachten.
Daarna ga je op Google op onderzoek.
Waar staat volgens jou de beste uitleg?
Pak nu nog een keer de onderzoeksmogelijkheid die je had uitgekozen. Kun je aan de hand daarvan nu laten zien dat die stelling van Pythagoras klopt?
Maak daar een foto van en voeg hem toe in je werkstuk
Tenslotte schrijf je de stelling van Pythagoras in je werkstuk en de manier waarop je hem gebruikt.
Doe dat netjes, want dat gaan je nog nodig hebben in de volgende les!