Stap 3: Stambomen

Vaak zeggen ze: 'van je familie moet je het maar hebben'

Dat klopt natuurlijk ook wel we hebben immers gezien dat bepaalde eigenschappen erfelijk zijn en andere niet. Sommige eigenschappen zijn dominant en andere recessief. Deze les gaan we hiermee verder en kijken we niet alleen naar de ouders van een kind maar naar heel de familie. Hierdoor kan soms bepaald worden hoe groot de kans is op bijvoorbeeld een bepaalde ziekte bij de nakomelingen.

Wat ga je leren?

- Na het maken van de opdrachten in het werkboek kan je beschrijven hoe het kan dat sommige ziekte erfelijk zijn

-  Aan het einde van stap 3.2 kan je een stamboom kan ontwerpen volgens de regels die bij genetica horen en kan je straks een stamboom oplossen aan de hand van erfelijke eigenschappen

- Na stap 3.3 kan je een X-chromosomaal vraagstuk oplossen met behulp van een kruisingsschema

- Ook kan je na stap 3.3 kan je beschrijven hoe het kan dat sommige erfelijk aandoeningen meer voorkomen bij jongens dan bij meisjes

- Na het maken van de afrondingsopdracht stambomen kan je de theorie toepassen aan de hand van je eigen familiestamboom.

 

Wat ga je doen?

- Lees blz. 167 t/m 171

- Maken opdrachten H12.2

- Lesopdracht 3: Stambomen

- Eindopdracht: Familiestamboom