Stap 2: Kruisingsschemas

De vorige les heb je gekeken naar erfelijke en niet erfelijk eigenschappen. De kans dat jouw kind(eren) ook bepaalde eigenschappen krijgen kan je berekenen. Hoe je dit doet leer je in deze les.

 

Wat leer je?

- Aan het einde van stap 2.1 kan je de begrippen dominant, recessief, homozygoot en heterozygoot omschrijven

- Aan het einde stap 2.2 kan je de begrippen dominant, recessief, homozygoot en heterozygoot aan elkaar koppelen

- Na stap 2.3 kan je een kruissingschema gebruiken om een erfelijkheidsvraag op te lossen

- Na het maken van de afrondingsopdracht kan met behulp van het fenotype van de ouders en kinderen afleiden welke eigenschappen dominant en recessief over erven 

 

Wat ga je doen?

1. Lesopdracht: Eigenschappen erven

2. Maken resterende opdrachten H12.1

3. Eindopdracht: Kruisingsschema