Stap 3.2

In de afbeelding hieronder zie je een stamboom. Vaak worden stambomen versimpeld weergeven. De algemene afspraak hierbij  dat een vierkantje/rechthoek een man voorstelt en een rondje/ovaal een vrouw. Daarnaast staat er vaak ook een legenda bij die het fenotype van de individuen beschrijft. 

Bekijk de stamboom hieronder en vul voor elk individue het genotype in. Kies uit: AA, Aa, aa, AA/Aa, Aa/aa. 

Tips voor het invullen van het genotype:

  1. Zoek uit welke eigenschap dominant is.
    Tip: Zoek ouders met eenzelfde eigenschap die kinderen krijgen met de andere eigenschap.
    De ouders hebben dan de dominante eigenschap (BB of Bb).
  2. Zoek alle individuen die homozygoot recessief zijn. Plaats twee kleine letters (bb) in de vakjes bij deze personen.
  3. Zet nu bij alle individuen met de dominante eigenschap één hoofdletter neer (B).
  4. Beredeneer vervolgens op grond van wat je weet over de ouders en kinderen of je kunt bepalen of je voor het tweede gen een hoofdletter of een kleine letter moet gebruiken en zet die neer. In sommige gevallen is het niet duidelijk te zeggen of de individue homozygoot dominant is of heterozygoot is. Vul dan in BB/Bb
  5. Als je niet weet wat het tweede gen is, zet dan een vraagteken neer.