Gereedschap:
Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
Net als in andere talen heeft het Nederlands zelfstandig nw. die we mannelijk, vrouwelijk of onzijdig noemen. In een woordenboek staat achter elk zelfstandig nw of het mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o) is.
Is een woord mannelijk of vrouwelijk dan gebruiken we DE of EEN.
Is een woord onzijdig dan gebruiken we HET of EEN. Dit doen we ook bij verkleinwoorden.
Voorbeelden:
De man/ de vrouw. Een man/ Een vrouw
Het kind/ het kindje.