De regering en het kabinet.
Na de formatie en het ondertekenen van het regereerakkoord moet er gewerkt worden. Iedere minister gaat werken aan plannen om het land te besturen. Deze plannen en wetten worden vaak gemaakt in samenwerking met de ambtenaren. De minister keurt de plannen en nieuwe wetten van de ambtenaren, overlegd dit met zijn collega ministers tijdens de wekelijkse ministerraad.
Alle ministers en staatssecretarissen bij elkaar noemen wij het kabinet. Deze zorgen ervoor dat de afspraken die gemaakt zijn in het regeerakkoord uitgevoerd worden. De voorzitter van het kabinet is de minister van algemene zaken. Deze minister wordt ook wel minister-president genoemd.
De regering lijkt erg op het kabinet, maar is niet helemaal hetzelfde. Deze bestaat uit de koning, minister-president en alle ministers. Zij maken afspraken over hoe beleid eruit moet komen te zien en maken een rijksbegroting ( een soort huishoudrekening van de Nederlandse overheid). Nu weten de ministers hoeveel geld ze hebben voor hun plannen en welke plannen wel en welke plannen nieuwe door kunnen gaan.
In de tweede kamer heeft het kabinet een speciale plaats. Dit noemen wij vak K.