Verkiezingen
Een kenmerk van een democratie is dat er om een bepaalde tijd verkiezingen worden gehouden. Dit betekent de burgers mogen stemmen over wie er het land mogen besturen. In Nederland kunnen de burgers kiezen voor mensen die hun vertegenwoordigen in de politiek. Deze mensen noemen we volksvertegenwoordigers of politici.
De verkiezingen beginnen altijd met een tijd die campagnetijd genoemd worden. Deze campagnetijd wordt gebruikt om mensen te overtuigen om te gaan stemmen. Alle partijen gaan de st
Na de tweede kamerverkiezingen:
Van verkiezingen krijg je uitslag. Het land heeft gekozen en er zijn partijen die veel stemmen hebben gekregen, en er zijn partijen die minder stemmen hebben gekregen. Het aantal stemmen dat je krijgt staat voor een aantal zetels. In Nederland zijn er 150 zetels in de tweede kamer verkiezingen te vergeven. De zetels worden verdeeld over de partijen. De volksvertegenwoordigers komen op volgorde van de kieslijst in de tweede kamer. Soms krijg iemand onder aan de lijst meer stemmen dan iemand die hoger hem staat. Het kan dus zijn dat iemand laag op de lijst dan toch in de kamer kan komen. Dit heet met voorkeurstemmen gekozen.
Nadat de uitslag bekend wordt moet er een nieuwe regering gevormd worden. Er wordt door de koning iemand aangesteld die helpt bij de gesprekken tussen de partijen. Zo iemand noemen we een formateur . Het is in Nederland eigenlijk nooit zo dat één partij genoeg zetels heeft om een meerderheid te krijgen. Deze meerderheid is nodig om plannen door de tweede kamer te krijgen en dus uit te voeren. Dus gaat hij opzoek naar een partij of zelfs partijen om mee samen te werken. Dit noemen we formeren. Partijen proberen het met elkaar eens te worden en een coalitie te vormen.
Lukt dit dan wordt er een regeerakkoord gemaakt en ondertekend en is er een nieuwe regering die plannen gaat maken voor de volgende vier jaar. Het regeerakkoord is eigenlijk een contract met daarin alle plannen en afspraken.
Wanneer dit akkoord is getekend worden er mensen aangesteld over de verschillende onderwerpen waarvoor de regering verantwoordelijk is. Deze mensen noemen we een minister. Zo is er een minister van volksgezondheid, een minister van verkeer en een minister van financieën. Soms wordt een minister geholpen door een onder-minister. Dit noemen we in Nederland een staatssecretaris.