de Huid – beschermen van het lichaam, reguleren van vocht en warmte.
het beenderstelsel/skelet – stevigheid bieden ,bescherming, beweging mogelijk maken, aanhechtingsplaats voor pezen/spieren.
het Spierstelsel - bewegen van de botten mogelijk maken.
het Hormoonstelsel- aanmaak van hormonen zodat er verschillende processen in het lichaam geregeld kunnen worden
het Imuunstelsel - Het organiseren en regelen van de afweer van het lichaam zodat ziekten, bacteriën en virussen geen kans krijgen.
het Voortplantingstelsel - Zorgen voor de mogelijkheid om voort te planten.
het Ademhalingstelsel - Zorgen voor de inname en opname van zuurstof en het uitscheiden van koolstofdioxide.
het Bloedvatenstelsel - Zorgen voor transport van zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen en afvalstoffen.
het Zenuwstelsel - Zorgen voor afgeven en het transporteren van prikkels.
het Lymfestelsel - Zorgen voor het opruimen en afbreken van stoffen die buiten het bloedvatenstelsel gekomen zijn.
het Spijsverteringstelsel- Zorgen voor de afbraak van voedingsmiddelen en de opname van voedingsstoffen in het bloed.
Het Urinestelsel - Zorgen voor het filteren van afvalstoffen uit het bloed en de afvoer van urine uit het lichaam.