Dat er een oorlog zou komen was voor veel Europeanen in 1914 wel duidelijk. Maar waar en wanneer? Op 28 juni 1914 bracht de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije een bezoek aan Sarajevo. Bosnië-Herzegovina maakte in 1914 deel uit van Oostenrijk-Hongarije. Servië was een onafhankelijk land en wilde heel graag dat Bosnië zich zou aansluiten bij hen. In Bosnië woonden veel Serven. De nationalistische Serven moesten niks hebben van Oostenrijk-Hongarije. Toen de Oostenrijk-Hongaarse kroonprins Franz-Ferdinand Sarajevo bezocht, pleegde een Servische nationalist een aanslag op de kroonprins en zijn vrouw. Deze gebeurtenis was de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog. In Oostenrijk-Hongarije waren veel mensen woedend. Servië moest worden gestraft, vonden ze. Rusland beloofde Servië te helpen als er oorlog kwam. Dezelfde belofte werd door Duitsland gedaan aan Oostenrijk-Hongarije. En de oorlog kwam er. Op juli 1914, precies een maand na de aanslag op de Oostenrijk-Hongaarse kroonprins, begon de oorlog die veel mensen al jaren verwachtten: ‘de Grote Oorlog’. We noemen deze oorlog: De Eerste Wereldoorlog.