Stel je voor: Je komt thuis na een lange schooldag, meneer visser heeft weer eens geklaagt over je werkdoelen. Voordat je op je bed ploft en gaat huilen, zoek je in de keuken de bak met koekjes. Het moment dat je deze gevonden hebt, maak je de doos open en prop je al lopende naar je kamer de koekjes in je mond. Je duikt in je bed. Je broertje/Zusje hoort al het geluid wat je aan het maken bent en komt de trap op. Samen Gaan jullie huilen over jouw school carieeren en eten jullie de koekjes op.
In dit verhaaltje wordt eigenlijk allemaal gedrag verteld. Dit gedrag komt niet zomaar uit het niks. Er is namelijk altijd een oorzaak voor jouw gedrag. Deze oorzaak noemen wij een Prikkel.
Voorbeelden uit het korte verhaaltje:
Wat is de reden dat je een bak koekjes pakt?
Dit doe je hoogstwaarschijnlijk omdat je honger/trek heb in voedsel. Je maag prikkelt je dus om voedsel te pakken.
Wat is de reden dat je broertje omhoog komt? Hij horde je allemaal geluiden maken en zijn hersenen maakte hem nieuwschierig. Daarom gaat hij naar jouw toe. Het geluid dat jij maakt is dus een prikkel voor hem.
Wat is nou precies een prikkel? Een prikkel is: Een verrandering in je omgeving!
We hebben 2 soorten prikkels:
Inwendige prikkel: Een prikkel die vanuit je eigen lichaam komt.
Uitwenidge prikkel: Een prikkel die buiten je eigen lichaam ontstaat.
Als je reageert op een prikkel dan noemen we dit geen gedrag, maar een respons