Aardplaten bewegen in verschillende richtingen. In dit hoofdstuk onderscheidden we drie manieren:
Platen bewegen uit elkaar: Deze vorm van beweging komt vooral voor in de oceaan. Aardplaten bewegen hier uit elkaar. Op de grens van deze aardplaten komt magma omhoog. Deze hete magma komt in aanraking met het koude oceaanwater. Het magma begint hier te stollen. Zo blijven de aardplaten aangroeien. > In de oceaan.
Platen bewegen naar elkaar toe: Hier ontstaat een botsing tussen twee aardplaten. Als deze platen botsten ontstaan er aardbevingen of vulkanen. Als twee continentale platen botsen ontstaan er gebergten. > Bij de Himalaya. Als een oceaanplaat tegen een continentplaat aan botst duik de lichtere oceaanplaat onder de zwaardere continentplaat. Hoe dieper die oceaanplaat zakt, hoe heter het wordt. De plaat gaat dan smelten en er komt magma omhoog. > Hier zien we vaak vulkanen
Platen bewegen langs elkaar: Als twee platen langs elkaar schuiven ontstaan er aardbevingen. We zien hier ook vaak een breuk in het landschap. > San-Andreasbreuk. (De Wereld van, 2018)