Les 1: rijmschema's

Lesdoelen:

Aan het eind van deze les ...:

 

Theorie
Gedichten rijmen vaak en dit kan op verschillende manieren. In deze les leer je wat een rijmschema is en hoe je dat van een gedicht maakt. Je kan een rijmschema maken door te kijken welke woorden er op elkaar rijmen. Elke nieuwe klank geef je een nieuwe letter. Kijk maar naar het volgende voorbeeld:


Bijen

Zoemend op de bloemen                 A
Vliegen ze af en aan                       B
Alles over voor hun koningin.          C
Een heel simpel bestaan                 B

Belangrijk voor mens en natuur      D
Hun honing is kostbaar                   E
Maar niet zo duur                           D
Zwart met geel                               F
Klein, maar met veel                        F

 

Je ziet bij dit gedicht dat klank B, D en F meerdere keren voorkomen. Vaak valt er een rijmschema te herkennen in gedichten. Denk maar aan Sinterklaas gedicht waarbij vaak twee regels achter elkaar rijmen:
 

Sint zat te denken                                                            A
Wat hij Marietje dit jaar kon schenken                            A
Ze had heel veel op haar lijstje staan                               B
Dus heeft hij iets moois voor haar in de zak gedaan         B


 

De rijm zoals je die hierboven ziet, noemen we gepaard rijm.

 
   

Nog meer voorbeelden van rijmschema's zijn:  gekruist rijm, omarmend rijm, slagrijm en gebroken rijm.

Deze schema's zien er alsvolgt uit:

gepaard rijm ⇒ AABB CCDD ...

gekruist rijm ⇒ ABAB CDCD ...

omarmend rijm ⇒ ABBA CDDC ...

slagrijm ⇒ AAAA BBBB ...

gebroken rijm ⇒ ABCB DEFE of ABAC DEDF (hier wordt als ware een rijmschema 'onderbroken')

 

Vier regels van ongeveer dezelfde lengte noemen we ook wel een kwatrijn.

 



Opdracht 1
Klik op onderstaande link, scrol naar beneden tot je bij rijmschema's bent en bekijk dan de voorbeelden! Maak vervolgens de twee oefeningen die daar staan.

https://www.cambiumned.nl/theorie/literatuur/poezie/rijm-en-metrum/



 

Opdracht 2
Klik op de onderstaande link en beluister drie gedichten. Beantwoord de vragen.

http://candlelight.nl/site/audiogedichten/

 

1. Welk gedicht sprak jou het meest aan en waarom?

2. Waar ging dat gedicht over?

3. Welke rijmschema's heb jij herkend in de gedichten?


 

Opdracht 3
Lees onderstaand gedicht en beantwoord de vragen.

 

Wakker

Ik werd wakker voor de wekker

en potverdorie dat was lekker

want ik voelde al meteen

vandaag wordt er zo één

die mij nog lang zal blijven heugen

dus geniet ik met volle teugen

van elk minuutje van vandaag

zonder gezeur en/of geklaag

vandaag zal niet mislukken

dit fijne dagje ga ik plukken

ik heb een glimlach op mijn bek

want vandaag wordt echt te gek.

                                      - René Oskam

 

 

1. Welk rijmschema wordt hier gebruikt?

2. Welke letter krijgt de zesde zin (teugen)?

3. Welke soort rijm wordt er veel gebruikt? Kies uit: gelijk rijm, volrijm en alliteratie. Verklaar je antwoord. Weet je het even niet? Kijk dan in les 6.1 bij klank.

4. Geef een voorbeeld uit het gedicht van halfrijm.  



 

Opdracht 4
Maak een rijmschema van onderstaand gedicht.


Detective

Mijn jas ligt in de koelkast

aan de kapstok hangt een schoen

mijn tas ligt in de oven

onder mijn kussen een citroen

tussen de vissen drijft mijn hamster

en in zijn kooi spartelt een vis

er liggen punaises tussen mijn lenzen

wat meestal niet zo handig is

ik vind mijn tandenborstel terug

daar waar de pleeborstel moet staan

dus soms ruikt mijn mond wat gek

vlak voor en na het slapengaan

vaak voel ik mij een detective

ben altijd ergens naar op zoek

maar ik beschouw het als een zegen

niet als een onaangename vloek

want ik ben niet chaotisch

ik gebruik dat zoeken als tactiek

om mijn grijze massa jong te houden

het is hersengymnastiek.

                                                             
                                                             -René Oskam

 

 

 

 

De antwoorden van opdracht 3 en 4 vind je hieronder.

antwoorden