Les 1: trappen van vergelijking

Lesdoelen:

Aan het eind van deze les ...:

 

Theorie
Bijvoeglijke naamwoorden kennen drie trappen van vergelijking, namelijk:

de stellende trap:         leuk          slim            mooi

de vergrotende trap:    leuker       slimmer     mooier

de overtreffende trap:  leukst       slimst         mooist


Hier gelden de volgende regels:

Bij een paar woorden lijken de vergrotende en overtreffende trap niet op de stellende trap. Deze moet je gewoon weten. Voorbeelden hiervan zijn:

goed - beter - best

weinig -  minder - minst

veel -  meer - meest

 

Opdracht 1
Schrijf onderstaande 10 bijvoeglijke naamwoorden over en zet er telkens de vergrotende en overtreffende trap achter. 

Noteer het zo: aardig - aardiger - aardigst

braaf, komisch, spannend, schoon, laf, dapper, boos, chagrijnig, weinig, goed

Opdracht 2
Maak onderstaande opdracht. 

 

 

 

De antwoorden van opdracht 1 vind je hieronder.

antwoorden opdracht 1