BIJWOORDEN*
Lesdoelen:
Aan het eind van deze les ...:
Theorie
In veel zinnen komen woorden voor die in hun eentje als zinsdeel een bijwoordelijke bepaling (bwb) zijn. Deze woorden noemen we bijwoorden. Een bijwoord geeft meestal een plaats, richting, reden/oorzaak, tegenstelling, (on)zekerheid of ontkenning aan. Voorbeelden hiervan zijn:
Morgen gaan we naar een pretpark.
Ik heb overal naar jullie gezocht.
Justin Bieber komt waarschijnlijk naar de Ziggodome.
Marel heeft haar huiswerk niet overgeschreven.
Je vindt een bijwoord dus door te kijken of er een bijwoordelijke bepaling in de zin staat die uit één woord bestaat! Woorden als: waarom, wanneer, waar, niet, nooit, geen, altijd, wel etc. zijn allemaal bijwoorden.
Let op! Je hebt ook splitsbare bijwoorden. Voorbeelden daarvan zijn: hierbij, daarmee, daarvoor, daarover etc.
Ik heb hem daar niet over gesproken ⇒ In deze zin is het bijwoord gesplitst ⇒ daarover
Daar wil ik hem niet mee lastig vallen ⇒ In deze zin is het bijwoord gesplitst ⇒ daarmee
Ik denk dat ik het hier maar bij moet laten ⇒ In deze zin is het bijwoord gesplitst ⇒ hierbij
Opdracht 1
Maak onderstaande oefening en maak een screenshot wanneer je deze hebt afgerond.
Opdracht 2
Klik op onderstaande link en maak de opdracht.
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-bijwoorden-niveau-23-havovwo/