In een ondergeschikte samengestelde zin, een samengestelde zin met een bijzin, hoor je dat niet door de ja/nee-vraag te stellen. Je stelt dan één ja/nee-vraag voor meer dan één PV.
Voorbeeld 1:
Je denkt er best aan dat je het aan niemand vertel?.
Stap 1: Ja/nee-vraag stellen.
Denk je er best aan dat je het aan niemand vertel?? - 1 ja/nee-vraag
Stap 2: Vervang het werkwoord 'vertellen' in de zin door een werkwoord als 'smurfen'.
Je denkt er best aan dat je het aan niemand smurft?
Stap 3: Het is een PV, want anders schreef en zei je gesmurft.
Stap 4: PV en dus stam +t
Oplossing: Je denkt er best aan dat je het aan niemand vertelt?
Voorbeeld 2:
Ik weet zeker dat zij het aan niemand heeft vertel?.
Stap 1: Ja/nee-vraag stellen.
Weet je zeker dat zij het aan niemand heeft vertel?? - 1 ja/nee-vraag
Stap 2: Vervang het werkwoord 'vertellen' in de zin door een werkwoord als 'smurfen', 'maken', 'werken'...
Ik weet zeker dat zij het aan niemand heeft gesmurft?
Stap 3: Het is een VD, want anders schreef en zei je smurft.
Stap 4: VD en dus OVT van vertellen is vertelde
Oplossing: Ik weet zeker dat ze het aan niemand heeft verteld?