Voor de kennistoets moet je ook de begrippen (dikgedrukte belangrijke woorden) leren. Je maakt zelf een begrippenlijst, waarin je ze in je eigen woorden uitlegt. Je mag hiervoor alle bronnen gebruiken. Ook het tempo waarop je dit doet, bepaal je zelf. Houd wel goed de inleverdatum in de gaten!
Tijdvak 1
Prehistorie
Nomaden
Middel van bestaan
Jagers-verzamelaars
Archeoloog
Reconstructie
Samenleving
Gewassen
Akker
Oogst
Akkerbouw
Vruchtbaar
Veeteelt
Landbouw
Landbouwrevolutie
Landbouwsamenleving
Voedselproductie
Hiernamaals
Mythe
Polytheïstische godsdienst
Monotheïstische godsdienst
Irrigatie
Steden
Landbouwstedelijke samenleving
Priester
Nijverheid
Handel
Monarchie
Schrift
Historicus
Tijdvak 2
Beschaving
Natuurgodsdienst
Offeren
Tempel
Farao
Graftombe
Slaven
Belasting
Hiërogliefen
Stadstaat
Polis (meervoud: poleis)
Agora
Akropolis
Aristocratie
Volksvergadering
Democratie
Filosofie
Wetenschap
Zuilen
Klassiek
Legende
Republiek
Consuls
Senaat
Expansie
Burgeroorlog
Dictator
Keizerrijk
Imperium Romanum
Legioen
Multiculturele samenleving
Pax Romana
Grieks-Romeinse cultuur
Amfitheater
Latijn
Gladiatorengevechten
Romanisering
Barbaren
Bondgenoten
Volksverhuizingen