Twee uur na de geboorte van de placenta begint voor de vrouw de postnatale periode, of puerperium. Dit is een periode van zes weken waarin het lichaam van de vrouw zich herstelt van de fysiologische veranderingen tijdens de zwangerschap. Dit proces noemen we ook wel ontzwangeren. Ontzwangering is het meest zichtbaar gedurende de eerste zes weken, maar kan in totaal wel drie tot vier maanden duren. Wanneer we het over ‘het kraambed’ hebben, bedoelen we de eerste acht tot tien dagen na de bevalling waarbij de dag van de bevalling de eerste dag is. Op de eerste dag wordt de vrouw geadviseerd ‘regelmatig in bed’ te blijven.
De meeste complicaties ontstaan in het kraambed. Daarom krijgt de vrouw in deze periode ondersteuning en medische begeleiding van de verpleegkundige, de kraamverzorgster en verloskundige, gynaecoloog of huisarts.
Wie de kraambedcontroles uitvoert, hangt in grote lijnen af van wie de bevalling heeft begeleid. Een thuisbevalling wordt in de meeste gevallen begeleid door de eerstelijnsverloskundige. Deze zal dan ook de kraambedcontroles thuis doen. Soms brengt een kraamvrouw en/of haar pasgeborene de kraamtijd in het ziekenhuis door vanwege een medische indicatie. In dat geval komt de nazorg voor rekening van de gynaecoloog of een tweedelijnsverloskundige. Vindt de bevalling poliklinisch plaats, dan doet de eigen eerstelijnsverloskundige de bevalling en dus ook de kraambedcontroles. De nacontrole (zes weken post partum) vindt plaats bij degene die de bevalling heeft geleid.
De eerste acht dagen van de postnatale periode noemen we de kraamperiode. De vrouw en haar baby krijgen kraamzorg, waarbij de verpleegkundige in het ziekenhuis en de kraamverzorgende thuis de moeder ondersteunt bij het oppakken van haar dagelijkse werkzaamheden, maar nu gecombineerd met de zorg voor een kind. Er bestaan verschillende vormen van kraamzorg in de thuissituatie, variërend van alleen hulp bij de bevalling tot een volledige kraamzorg van gemiddeld 49 uur, verdeeld over de acht dagen van de kraamperiode. Alleen op indicatie door de verloskundige of gynaecoloog kan dit worden verlengd tot tien dagen of in zeer uitzonderlijke gevallen tot veertien dagen. Dit is verzekeringsafhankelijk. Het grootste deel van de kraamzorg wordt vergoed vanuit de basiszorgverzekering. Er is een eigen bijdrage, maar vaak wordt deze vergoed uit de aanvullende verzekering.
In de praktijk brengen de kraamvrouw en haar baby de kraamperiode na een normale bevalling niet of niet lang in het ziekenhuis door. Er moet sprake zijn van een medische indicatie voor het kraambed.