4. Invloed van hormonen na de bevalling

De hormonale verandering is ook na de bevalling groot. De invloed van de placentaire hormonen is weggevallen. Hierdoor wordt de hypofyseachterkwab geactiveerd tot het afgeven van oxytocine en krijgt bovendien een stimulans tot het produceren van prolactine. Deze twee hormonen spelen onder meer een belangrijke rol bij het op gang komen en onderhouden van de borstvoeding.

De hoge prolactinespiegel zorgt ervoor dat er geen eitjes rijpen in de eierstokken (ovaria) en er dus geen ovulatie plaatsvindt. Dit zorgt er weer voor dat het slijmvlies van de baarmoeder zich niet gaat opbouwen. Er is dan ook geen menstruatie.

Nu is het niet altijd duidelijk wanneer de prolactinespiegels gaan dalen en kan er dus ongemerkt een eitje rijpen en vrijkomen. Borstvoeding is dus geen betrouwbaar anticonceptiemiddel. Als de vrouw middelen krijgt voorgeschreven om de melkproductie te remmen omdat ze geen borstvoeding gaat geven, kan de ovulatie weer snel na de bevalling optreden doordat dit de prolactinespiegels in één keer laat dalen. Licht de vrouw hierover goed voor en geef het belang aan van eventuele anticonceptie.

De invloed van hormonen na de bevalling kan bij de kraamvrouw emotionele gevolgen hebben. In het kraambed wisselen positieve en negatieve gevoelens elkaar af. Dit kan zich als volgt uiten:

Deze verschijnselen zijn normaal en verdwijnen na enige tijd vanzelf. Als je er als verpleegkundige rekening mee houdt dat kraamvrouwen snel uit hun evenwicht kunnen raken, kun je hun soms heftige reactie op kleinigheden beter begrijpen. Voor de kraamvrouw zelf en zeker voor haar partner kan dit erg verwarrend zijn.

De reactie op hormonale veranderingen is bij iedere vrouw verschillend. De een heeft er erg veel last van, terwijl een ander pas na enige weken een emotionele terugslag krijgt. Er zijn ook vrouwen die er in veel mindere mate mee te maken krijgen. Uit gesprekken met jonge ouders blijkt dat de kraambedperiode en de daaropvolgende postnatale periode vaak worden onderschat. Zwangerschaps- en oudercursussen die in het hele land worden gegeven, kunnen aanstaande ouders hier beter op voorbereiden.

Emotionele uitingen

Bij kraamvrouwen kunnen verschillende psychische reacties optreden, zoals emotionele overgevoeligheid, egocentrisme en teleurstelling.

Emotionele overgevoeligheid

Uitingen van emotionele overgevoeligheid kunnen zijn:

De oorzaak van emotionele overgevoeligheid zijn de grote en snel optredende lichamelijke, geestelijke en hormonale veranderingen. De vrouw heeft maandenlang toegeleefd naar het moment van bevallen. Opeens is het gebeurd en blijft er een leegte achter. Misschien heb je dit zelf ook weleens meegemaakt, bijvoorbeeld na een inspannende examenperiode. Er valt ineens een druk van je af en in plaats van te ontspannen en te genieten van je vrije tijd, weet je je eigenlijk geen raad met jezelf. Het vraagt dan enige tijd om die leegte weer zinvol op te vullen. Dat kan ook gelden voor de kraamvrouw.

Egocentrisme

Een kraamvrouw kan erg op zichzelf en haar baby gericht zijn. Ze ervaart zichzelf als ‘het middelpunt van de wereld’. Ze krijgt uiteraard ook erg veel aandacht en cadeaus. Dat maakt dat een kraamvrouw soms wat minder begrip kan opbrengen als zij even op haar beurt moet wachten, of als de aandacht naar een andere kraamvrouw uitgaat.

Teleurstelling

Tijdens de zwangerschap creëren de aanstaande ouders een beeld van hun baby. Zal de baby gezond zijn en hoe zal hij of zij eruitzien? De aanstaande ouders hebben een verwachtingspatroon. Ze hebben een beeld voor ogen van een mooie, gezonde baby. Soms blijkt de baby, eenmaal geboren, niet aan die verwachtingen te voldoen. De baby ziet er bijvoorbeeld rood en rimpelig uit of heeft een punthoofd, de wens om een jongen of een meisje te krijgen is niet uitgekomen, of het kind is gehandicapt. De teleurstelling en ontgoocheling kunnen groot zijn. Daardoor kan de relatie tussen ouders en kind moeizaam tot stand komen. Ook kan dit effect hebben op de relatie tussen de ouders onderling.

De verpleegkundige zorg in deze situatie is als volgt:

De confrontatie met een kind met een handicap is het moeilijkst voor de ouders. Veel mensen schamen zich hiervoor. De verwachtingen die ze hadden, zijn in één klap de bodem ingeslagen. In zo’n situatie hebben de ouders intensieve begeleiding nodig. Borstvoeding kan bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van de moeder-kindrelatie.

Leg alle geobserveerde gegevens over de lichamelijke en psychosociale aspecten van de kraamvrouw vast in het verpleegrapport. Het is namelijk noodzakelijk dat alle zorgverleners op de hoogte zijn en er geen pijnlijke situaties ontstaan.