Slaapproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben. Meestal spelen er een aantal oorzaken mee.
Oorzaken die veel voorkomen:
Spanningen of zorgen. Bijvoorbeeld in een relatie, de situatie thuis of op werk. Die spanningen kunnen onbewust zijn. Door het gepieker kan je je niet goed ontspannen.
Lichamelijke klachten, zoals pijn, jeuk, benauwdheid, hoesten of 's nachts moeten plassen. Of zuurbranden, hartkloppingen, nachtzweten (opvliegers), kuitkramp of rusteloze benen.
Psychische klachten, zoals angst of depressie.
Gewoontes
De volgende gewoontes kunnen het slaapprobleem veroorzaken of ervoor zorgen dat je er last van blijft houden:
Verstoring van het dag-en-nachtritme door onregelmatige slaaptijden, zoals bij:
vliegreizen (jetlag)
ploegendiensten
slapen overdag: als je overdag een dutje doet, slaap je 's nachts minder diep
Te vroeg naar bed gaan.
Te laat opstaan.
Koffie drinken: koffie bevat de opwekkende stof cafeïne. Ook in thee, ice-tea, cola, energiedrank of chocolade zitten stimulerende middelen.
Roken: sigaretten bevatten de opwekkende stof nicotine .
Gebruik van bepaalde drugs of medicijnen die stimulerend werken of dit als bijwerking kunnen hebben.
Alcohol drinken: hierdoor wordt je 's nachts vaker wakker.
's Avonds laat nog een zware maaltijd nemen: een zware maaltijd drukt nog lang op de maag.
's Avonds voor het slapen gaan op een smartphone, beeldscherm of tablet kijken: het licht hiervan houdt u wakker.
Veel inspanning (autorijden, vergaderen, ingewikkeld werk, intensief sporten) vlak voor je gaat slapen: dit houdt je actief, waardoor je moeilijk slaapt.
Als je zich zorgen maakt over je slaap, lukt het ook minder goed om te slapen.