Leerdoelen week 4:
9. Je begrijpt de termen 'dekkingsbijdrage', 'break-even afzet', 'break-even omzet', en 'afzet bij gewenste nettowinst' en kunt deze berekenen en toepassen.
10. Je kunt de 'veiligheidsmarge' berekenen en toepassen.
In deze week wordt - als alternatief voor de integrale kostprijs – gewerkt met 'direct costing'. Bij direct costing worden alleen de directe variabele kosten aan producten/diensten toegerekend. Direct costing is dus niet zozeer handig voor het vaststellen van de verkoopprijs (deze zouden immers te laag zijn) maar levert wel interessante informatie op voor het berekenen van bijvoorbeeld de break-even omzet, de veiligheidsmarge of de benodigde afzet bij een gewenste winst.
De break-even analyse is een rekenmethode om te beslissen of een bedrijf een product moet gaan produceren en verkopen of niet. Het break-even punt is de afzet (of omzet) waarbij de totale opbrengsten gelijk is aan de totale kosten. Er wordt dan geen winst en geen verlies gemaakt. Een afzet of omzet lager dan het break-even punt leidt tot verlies, een afzet of omzet boven het break-even punt leidt tot winst.
Bij een bepaalde afzet of omzet waarbij winst gemaakt wordt, kun je berekenen met welk percentage de afzet of omzet mag dalen voordat de onderneming in een verliessituatie terechtkomt. Dit percentage is de veiligheidsmarge.
Bij de break-even analyse is het goed om te beseffen dat uit wordt gegaan van de volgende veronderstellingen:
Om de volgende paragrafen leesbaar te houden werken we met een aantal gangbare afkortingen, namelijk:
Verder is het belangrijk te beseffen dat bij break-even analyses de btw altijd buiten beschouwing blijft. Inkoop- en verkoopprijzen die gebruikt worden voor de break-even analyse moeten dus altijd exclusief btw zijn.
Elke keer dat er een product verkocht wordt, houdt de onderneming het verschil tussen de verkoopprijs en de variabele kosten per product over om daarmee de constante kosten te dekken. Het aantal producten dat nodig is om de totale constante kosten te dekken is de break-even afzet. De formule die we gebruiken om de BEA te berekenen is:
BEA = C / (p-v) |
We noemen ‘p-v’ ook wel de dekkingsbijdrage (DB). Het is de marge die overblijft per product voor het dekken (betalen) van de constante kosten en eventueel voor het maken van winst. Bovenstaande formule kunnen we dus ook opschrijven als:
BEA = C / DB |
Om te berekenen bij welke afzet een gewenste winst wordt bereikt, kunnen we dezelfde formule gebruiken en hoeven we alleen nog de gewenst winst toe te voegen aan de totale constante kosten. De dekkingsbijdrage ‘p-v’ moet nu immers niet alleen de constante kosten dekken maar ook de winst:
Afzet bij gewenste winst = (C + winst) / DB |
Bij een verwachte afzet waarbij winst gemaakt wordt, kun je berekenen met welk percentage de het mag dalen voordat de onderneming in een verliessituatie terechtkomt. Onderstaande formule rekent het verschil tussen werkelijke of verwachte afzet en de break-even afzet en drukt dit uit als een percentage van de break-even afzet:
Veiligheidsmarge = (afzet – BEA) / afzet x 100% |
Een bedrijf produceert en verkoopt één type product ‘AA’. De verkoopprijs bedraag € 20,-. De variabele kosten bedragen € 12,-. En de totale constante kosten bedragen € 420.000. Bereken de:
a. Break-even afzet
b. Afzet bij een gewenste winst van € 240.000.
c. De veiligheidsmarge bij een winst van € 240.000.
a. De vraag hier is dus, hoe vaak moet de onderneming € 20 - € 12 = € 8 ontvangen om € 420.000 te dekken? Wanneer we de formule BEA = C/(p-v) gebruiken komen we uit op:
BEA = 420.000 / 8 = 52.500 producten.
b. Om de afzet bij gewenste winst te berekenen gebruiken we de formule:
Afzet bij gewenste winst = (C + winst) / DB
= ( 420.000 + 240.000) / 8 = 82.500 producten.
Om € 240.000 winst te maken moeten er 82.500 producten verkocht worden.
c. We passen de volgende formule toe:
Veiligheidsmarge = (afzet – BEA) / afzet * 100%
Bij vraag ‘b’ hebben we al berekend dat bij een winst van € 240.000, de afzet 82.500 producten is. En bij vraag ‘a’ is berekend dat de break-even afzet 52.500 producten is. Wanneer we deze uitkomsten in de formule zetten krijgen we:
Veiligheidsmarge = (82.500 – 52.500) / 82.500 * 100% = 36,4%.
De afzet kan met 36,4% dalen voordat de onderneming van een situatie met winst in een situatie met verlies terecht komt.
Bij een handelsonderneming wordt niet in een enkel product maar in een groot aantal verschillende producten gehandeld. De handelsonderneming kan daarbij een vast percentage hanteren voor de brutomarge. De brutomarge is het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs. Van de brutomarge moeten nog de exploitatiekosten af om de nettowinst over te houden. Als we de variabele exploitatiekosten in een percentage van de omzet uitdrukken kunnen we een break-even analyse uitvoeren.
Het heeft geen zin om een break-even afzet te berekenen in een heterogene context. De afzet bestaat immers uit verschillende goederen, ieder met een eigen kostprijs. We kunnen echter wel een break-even omzet berekenen en gebruiken dan de volgende formule:
BEO = C / (bw% - vk%) * 100% |
Om te berekenen bij welke omzet een gewenste winst wordt bereikt, kunnen we dezelfde formule gebruiken en hoeven we alleen nog de gewenst winst toe te voegen aan de totale constante kosten. De dekkingsbijdrage ‘bw% - vk%’ moet nu immers niet alleen de constante kosten dekken maar ook de winst:
Omzet bij gewenste winst = (C + winst) / (bw% - vk%) * 100% |
Bij een verwachte omzet waarbij winst gemaakt wordt, kun je berekenen met welk percentage het mag dalen voordat de onderneming in een verliessituatie terechtkomt. Onderstaande formule rekent het verschil tussen werkelijke of verwachte omzet en de break-even omzet en drukt dit uit als een percentage van de break-even omzet:
Veiligheidsmarge = (omzet – BEO) / omzet x 100% |
Onderstaand rekenvoorbeeld maakt e.e.a. duidelijk.
Een groothandelsbedrijf koopt goederen in grote hoeveelheden in en verkoopt aan de detailhandel. De inkoopwaarde is 74% van de omzet. De variabele exploitatiekosten bedragen 8% van de omzet en de totale constante exploitatiekosten bedragen € 270.000. Bereken de
a. Break-even omzet
b. Omzet waarbij een nettowinst van €144.000 wordt behaald.
c. De veiligheidsmarge bij een nettowinst van € 144.000.
a. Het groothandelsbedrijf heeft een brutomarge van 100% - 74% = 26% van de omzet. Deze brutomarge wordt eerst verminderd met de variabele exploitatiekosten van 8% van de omzet. Er blijft dan 26% - 8% = 18% over. Dat betekent dat er van elke euro slechts 18 eurocent overblijft om de constante kosten te dekken en winst op te bouwen.
Bij de break-even omzet geldt: hoe vaak moeten we 18 eurocent overhouden om € 270.000 te dekken? Ofwel, € 270.000 / € 0,18 = 1.500.000 keer dus € 1.500.000.
Deze logica wordt samengevat in eerdergenoemde formule:
BEO = C / (bw% - vk%) * 100%
BEO = €270.000 / (26% -8%) * 100% = € 1.500.000.
b. Om de omzet bij gewenste winst te berekenen gebruiken we de formule:
Omzet bij gewenste winst = (C + winst) / (bw% - vk%) * 100%
= (270.00-0 + 144.000) / (26% - 8%) * 100% = € 2.300.000.
c. We passen de volgende formule toe:
Veiligheidsmarge = (omzet – BEA) / omzet * 100%
= (2.300.000 – 1.500.000) / 2.300.000 * 100% = 34,8%.