Wanneer het deeg gerezen is (ongeveer tot iets voorbij halverwege de kom) schep je het met je hand uit de kom.
Leg (bakkers zeggen stort) het deeg op je werkblad en meng het als het nodig is met een beetjes meel om een soepel niet te nat deeg te krijgen. VOORZICHTIG AAN MET MEEL
Verdeel het deeg in 3 gelijke stukken. (meestal ongeveer 250 gr per stuk)
verdeel die stukken weer in drieen.
Je hebt nu 9 stukjes en die ga je weer doorsnijden. kneed met je duimen nog een keer door dat bolletje en leg het dan weg zodat het weer een beetje kan rijzen.
Dek zo vlug mogelijk af met een droge theedoek zodat het deeg niet uitdroogt.