Frequentie
De frequentie is het aantal hartslagen per minuut. Observeer bij de zorgvrager de frequentie als hij in rust is; lichamelijke inspanningen geven namelijk een hogere hartfrequentie. De normale hartfrequentie hangt af van verschillende factoren, zoals lichamelijke conditie, de leeftijd en het geslacht. Toch zijn er gemiddelden aangegeven. Deze is voor pasgeborenen 120 tot 140 slagen per minuut, bij volwassenen 60 tot 90 slagen per minuut en bij kinderen ligt deze hoger. Het kan zijn dat deze verhoogd is door emotie, koorts, bloedingen, hartafwijkingen of bepaald medicijngebruik. Een verlaagde hartfrequentie kan voorkomen bij conditieverbetering, tijdens de slaap, bij braken, hersenaandoeningen, hartafwijkingen, bepaald medicijngebruik en in een later stadium van shock.
Ritme
Bij gezonde mensen is het ritme meestal regelmatig. Dat wil zeggen, de hartslagen volgen elkaar met gelijke tussenpozen. Bij een onregelmatige hartslag volgen de hartslagen elkaar met ongelijke tussenpozen op. Dit kan wijzen op een stoornis in de werking van het hart. Een onregelmatige hartslag komt nogal eens voor bij kinderen en jonge mensen. Bij deze groepen versnelt de hartfrequentie bij inademing; tijdens de uitademing wordt de frequentie langzamer. Dit is ongevaarlijk.
Gelijkmatigheid
Er is sprake van gelijkmatigheid als alle hartslagen even krachtig voelbaar zijn. Onder normale omstandigheden zijn de slagen gelijkmatig. Bij hartafwijkingen kunnen de slagen ongelijkmatig zijn, niet elke slag is even krachtig.
Spanning en volume
Deze twee begrippen hangen nauw met elkaar samen. De spanning is afhankelijk van de elasticiteit van de slagaders. Als deze normaal functioneren, is de spanning ook normaal. Bij een verminderde elasticiteit van de slagaders wordt de spanning groter. Het bloed bevindt zich dan als het ware in een kleinere ruimte en drukt hard tegen de wanden. Het volume is de hoeveelheid bloed die bij elke hartslag in de slagaders wordt gepompt.