De lichaamstemperatuur kun je op verschillende plaatsen opnemen. De meeste plaatsen zijn goed afsluitbaar en de bloedvaten lopen onder het lichaamsoppervlak:
Als je de temperatuur met de rectale meting meet moet je hygiënisch te werk gaan. Bij de temperatuur wat hier uitkomt hoef je niks op te tellen, dit is de definitieve temperatuur.
Bij de axillaire meting is de temperatuur altijd 0,5 graden lager dan in het rectum. Sommige thermometers zijn in te stellen op de axillaire meting, er hoeft dan niks bij de opgemeten temperatuur opgeteld te worden. Dit duurt langer dan een rectale meting, vooral bij een analoge thermometer, deze moet 10 minuten onder de oksel blijven. Bij hele dunne mensen en baby’s kan je de lichaamstemperatuur niet axillair opmeten.
De axillaire meting
De orale meting
De orale meting is ook minder betrouwbaar. In de mond is dit 0,3 graden lager dan in het rectum. Sommige thermometers kan je hierop instellen. Orale metingen met een analoge thermometer duurt 7 minuten. Deze methode is niet geschikt voor baby’s, kinderen en verwarde mensen. Bij de orale meting zijn de volgende punten belangrijk:
De femorale meting
Bij de femorale meting moet de analoge thermometer ook 10 minuten aangelegd worden. In de lies is de temperatuur 0,5 graden lager dan in het rectum. Sommige elektronische thermometers zijn op femorale meting in te stellen. Deze meting is niet mogelijk bij magere mensen.