Slaapstoornissen naar tijd (primaire slaapstoornissen)
Inslaapstoornissen. In de meeste gevallen spelen hierbij emoties als angst, zorgen en verdriet een grote rol. Omgevingslawaai kan ook inslaapstoornissen tot gevolg hebben.
Doorslaapstoornissen. Mensen die depressief zijn, hebben hier vaak last van. Ze slapen niet door, maar hebben ‘hazenslaapjes’ (even wegzakken en weer wakker worden) vaak is het gevolg hiervan dat mensen het gevoel hebben moe wakker te worden.
Zeer vroeg wakker worden. Ze worden zeer vroeg wakker (4:30-5:00) en kunnen dan de slaap niet meer vatten. Het gevolg is vaak dat ze onvoldoende uitgerust zijn als ze opstaan. Een oorzaak kan zijn dat oudere mensen soms te veel overdag slapen.
Slaapapneu. De oorzaak van snurken heeft te maken met de luchtwegen die achter in de keel vernauwen. De lucht passeert met enige moeite langs de vernauwing, wat het snurkende geluiden veroorzaakt. Het kan een probleem worden voor de slaper. Het kan gebeuren dat de vernauwing zo klein wordt, dat er helemaal geen lucht meer in de longen kan komen. Het zuurstofgebrek in de hersenen zorgt ervoor dat de slaper met een schok en vaak een harde snurk wakker schrikt en weer verder kan ademen. Als hier sprake van is, dan heeft deze persoon apneu. Diegene die dit heeft wordt apneulijder genoemd.
Narcolepsie. Het belangrijkste symptoom van mensen met narcolepsie is slaperigheid en haast onbedwingbaar slaapaanvallen 0verdag. Ook als mensen voldoende nachtrust hebben gekregen, hebben zij dagelijks last van slaapaanvallen. Mensen met narcolepsie hebben overdag geheugenstoornissen en concentratiestoornissen. Omdat ze niet goed zijn uitgerust. Het is niet te genezen en mensen moeten ermee leren leven.
Nachtmerries. De nachtmerries kunnen variëren van een achtervolging, vallen, verdrinken, anderen zien overlijden, herhalen van levende gebeurtenis, tot eigenlijk alles wat een mens angst kan aanjagen.
Slaapwandelen. Dit is wandelen tijdens het slapen. De persoon die slaapwandelt, weet er zelf niets van. Erfelijkheid speelt een rol bij slaapwandelen en het komt vaker voor bij kinderen dan bij volwassenen. Mensen die slaapwandelen hebben niet alles in controle over hun handelen. Hierdoor kunnen ze vreemde dingen doen en zichzelf in gevaar brengen.