Slavenhandelaren en Plantagehouders wouden natuurlijk niet dat de slavernij werd afgeschaft. Ze verdienden veel geld aan deze slaven en wilden daardoor niet dat de slavernij werd afgeschaft. De voorstanders van de afschaffing van de slavernij wisten veel mensen te overtuigen en in Engeland werd de slavernij in 1833 afgeschaft. Nederland was een stuk later, in 1863 werd de slavernij afgeschaft in Nederland. Aan het begin had de afschaffing alleen nog niet heel veel zin. Slaven moesten nog 10 jaar doorwerken op het land van de eigenaar en als troost kregen de plantagehouders rond de 300 gulden per slaaf als vergoeding. De slaven moesten nog 10 jaar doorwerken omdat ze onder toezicht van de staat vielen. Ze werden alsnog gedwongen om te werken op het land alleen kregen ze er nu wel betaald voor. In 1873 werd het officieel en was iedereen vrij in de kolonie Suriname. Elke 1 juli word het nog steeds gevierd door de Surinamers en dat feest noemen ze Keti Koti. Vertaald betekent dit de gebroken ketenen