Je bent in staat te lopen, iets op te pakken en nog veel meer doordat jouw botten kunnen bewegen. Sommige botten zitten zo aan elkaar vast dat ze niet kunnen bewegen. Er zijn vier verschillende verbindingen in je skelet.
1. Vergroeiing= botten zijn vergroeid tot een geheel dat niet kan bewegen. Bijvoorbeeld het heiligbeen, dit waren heel lang geleden 5 losse wervels. Afbeelding 1.1.
2. Naadverbinding= botten die stevig en onbewegelijk aan elkaar vastzitten. Bijvoorbeeld je schedel. Kijk maar in afbeelding 1.2. naar de gekartelde randjes.
3. Kraakbeen= omdat kraakbeen buigzaam is kan deze verbinding een beetje bewegen. Kraakbeen werkt daarom vaak als tussenstuk of als verbindingsstuk. Denk bijvoorbeeld maar aan de kraakbeenschijven in de wervelkolom en aan de verbinding tussen de ribben en het borstbeen. Afbeelding 1.3.
4. Gewricht= dit is de meest bewegelijke verbinding die er tussen de botten is. Bijvoorbeeld in je elleboog, je schouder en je knie. Er zijn verschillende typen gewrichten. Dit komt in het volgende stuk aan bod. Afbeelding 1.4.