Lesomschrijving

Volg de handleiding. Bespreek met de leerlingen hoe het ontleden werkt, waar moet je op letten en welke vragen stel je? Neem de kaart van ''dit moet je weten'' door. Maak met de groep de 2 voorbeeld zinnen. Laat de leerlingen duidelijk de stappen benoemen. De leerlingen gaan aan de slag met eerst proberen. Daarna gaan de leerlingen digitaal aan de slag. Ze markeren (in de juiste kleur) en onderstrepen, de persoonsvorm, gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp in de zinnen. Geef indien nodig de verlengde instructie. Evalueer na afloop deles a.d.h.v. de uitstapkaart.