Het verslag dat je gaat maken bestaat uit een voorblad met je naam, de naam van de docent en een passende titel.
In je verslag schrijf je over vijf personen (één A4'tje per persoon met een plaatje van deze persoon) en één A4'tje over het Griekse en Romeinse geloof.
Dit betekent dat je zes A4'tjes met informatie in totaal hebt.