De regelmatige afwisseling van inademing en uitademing kan onbewust en bewust worden onderbroken. Als je het ademautomatisme bewust onderbreekt is dit meestal bij een uitademing. Als het ademautomatisme onbewust wordt onderbroken is dit meestal een schrikreactie of een benauwde situatie. Dit is meestal bij de inademing.
Vaak voorkomende onderbrekingen van het ademautomatisme:
Zuchten: de zuchtreflex komt tot stand via bepaalde zintuigcellen in het longweefsel of door een plaatselijk zuurstoftekort
Gapen: vooral s ’avonds en s ’ochtends, maar bij vermoeidheid en honger vaak ook overdag
Slikken: tijdens het slikken wordt de ademhaling onderbroken door een krachtige remming van het ademcentrum
Niezen: wanneer het slijmvlies van de neusholte geprikkeld wordt treedt de niesreflex op. De in en uitademingsspieren worden krachtig aangespannen en er treedt een explosieve uitademing op waarbij via de neusholte slijm en vuiltjes worden meegenomen.
Hoesten: de hoestreflex treed op als de wand van de keelholte, luchtpijp of bronchiën geprikkeld worden.
Hikken: is een onregelmatige onderbreking van het ademautomatisme door een plotselinge en heftige samentrekking van het middenrif
Braken: bij een braakreflex wordt het ademautomatisme onderbroken. De maaginhoud keert terug via de keelholte en mag niet terecht komen in de luchtpijp. Vandaar begint de braakreflex met een diepe inademing
Persen: voordat je gaat persen neem je eerst diep adem. Vervolgens wordt het volume in de buikholte verkleind door de buikspieren aan de spannen en het middenrif dat daalt