Neus

Het is belangrijk om zoveel mogelijk door de neus adem te halen. Het slijmvlies in de neus verwarmd de lucht, bevochtigt en ruikt (keurt) de ingeademde lucht. Het slijmvlies en haartjes in de neus zuiveren de lucht.

 

Opbouw van de neus

De neus wordt door tweeën gedeeld door een tussenwand (septum nasi) deze wand bestaat voor een deel uit bot en een deel uit kraakbeen. De vorm van dunne gangen zijn de neusgangen of neusschelpen (conchae). Deze neusschelpen zijn met een dik, vochtig slijmvlies bedekt. De binnenstromende lucht moet zo veel mogelijk in contact komen met dat slijmvlies. Door de neusschelpen heeft het slijmvlies een groot oppervlak. Het slimvlies bevat bloedvaten en kliertjes die die een dikke kleverige vloeistof afscheiden.

In de neusholte komen links en recht ook de traanbuizen uit. Deze voeren het traanvocht af dat afkomstig is van de traanklieren, die in de bovenste oogleden liggen. Door deze verbinding hebben huilen en snotteren met elkaar te maken. De neusholte staat met smalle gangen in verbinding met de voorhoofdsholte, de neusbijholte en de kaakholtes. Ontstekingen kunnen via deze gangen naar de holtes verplaatsen.

 

Verwarming en reiniging van de lucht

Het slijmvlies heeft veel bloedvaten. Daardoor heeft het een hogere temperatuur dan de lucht in de omgeving. Het slijmvlies verwarmd dus de langsstromende lucht, het zuivert de lucht van stof en bacteriën. Het slijmvlies bevat kliertjes die een dikke kleverige vloeistof afscheiden. De fijne haartjes in de neus houden grote stofdeeltjes tegen.