Neerslag op aarde

Lesdoelen:

 

Stevige onweersbui

Het is voor de meesten een bekend fenomeen: na een warme zomerdag volgt een stevige regenbui met onweer. Het begint met een koele wind, al snel wordt het donker en dienen de eerste regendruppels zich aan. Tijdens een onweersbui kan het er korstondig heel heftig aan toe gaan. In gebieden met een tropisch regenwoudklimaat komt onweer bijna dagelijks voor. Hoe komt het dat het na een warme dag vaak regent en onweert?

Verdamping, condensatie en neerslag

Van totale aardoppervlak is 71% bedekt met water. Wanneer water zonnestralen absorbeert, wordt het water verwarmd en vindt er verdamping plaats: water (vloeibare vorm) verandert in waterdamp (gasvorm).

Waterdamp beweegt mee met luchtstromen. Wanneer een luchtstroom die waterdamp bevat opstijgt dan koelt deze af. Doordat de lucht afkoelt kan deze minder waterdamp bevatten en verandert waterdamp terug in water. Dit proces wordt condensatie genoemd. Wolken bevatten miljoenen waterdruppels en ijsdeeltjes die rondzweven en met elkaar botsen.

Wanneer waterdruppels en ijsdeeltjes net elkaat botsen, smelten ze samen en worden ze zwaarder. Wanneer de waterdruppels en ijsdeeltjes zwaar genoeg zijn, komen ze als neerslag terug naar het aardoppervlak. Neerslag kent verschillende vormen, bijvoorbeeld regen, sneeuw en hagel.

 

Situaties waarin lucht stijgt en er neerslag kan ontstaan

Het opstijgen van lucht gebeurt onder drie omstandigheden:

  1. Als gevolg van de grote invalshoek van de zonnestralen vindt er op lage breedte sterke verhitting van het aardoppervlak plaats. Water verdampt en stijgt op met de warme lucht. Regen die op deze manier onstaat wordt stijgingsregen genoemd.
  2. Op gematigde breedte onstaat regelmatig een front: warme lucht vanaf lage breedte en koude lucht vanaf hoge breedte botsen hier tegen elkaar aan. Warme lucht is lichter dan koude lucht en wordt daardoor gedwongen om tegen de koude lucht op te stijgen. Er ontstaat frontale neerslag
  3. Wanneer een luchtstroom opstijgt tegen een berg ontstaat er stuwingsneerslag. Aan de kant van de berg waar de lucht stijgt, valt neerslag. Deze natte zijde noemen wij de loefzijde. Wanneer de lucht aan de andere kant van de berg daalt, warmt de lucht op en veranderen wolken terug naar waterdamp. Deze 'droge zijde' wordt de lijzijde of regenschaduw genoemd.

 

Bekijk deze filmpje en gaan verder de volgende vraag beantwoorden