7a. Een hardloper loopt 10 km in 3 kwartier. Om een goed hardloopschema te kunnen maken wil de hardloper zijn gemiddelde snelheid per uur weten.
Vul het GGRIA in en reken waar nodig de gegevens om:
Gevraagd: gemiddelde snelheid
Gegeven: afgelegde weg (s) = 10 km = 10 000 m.
tijd (t)= 3 kwartier = 2700 sec.
oplossing: Regel: v = s / t
Invullen: v = 10 000 / 2700
Antwoord: v = 3,7 m/s x 3,6 = 13,3 km/h
7b. Een blokje ijzer weegt 39,35 g
Het blokje ijzer heeft een volume is 5 cm3
Wat is de dichtheid van dit blokje ijzer?
Vul het GGRIA in en reken waar nodig de gegevens om:
Gevraagd: dichtheid
Gegeven: massa = 39,35 g
volume = 5 cm3
Oplossing: Regel: ρ = m / V
Invullen: ρ = 39,35 / 5
Antwoord: ρ = 7,87 g/cm3
7c. Deze waterkoker staat per dag een half uur aan. Hoe veel verbruikt de waterkoker in september aan energie?
Vul het GGRIA in en reken waar nodig de gegevens om:
Gevraagd: Energie
Gegeven: P = 2200 W = 2,2 kW
t = 0,5 h
Oplossing: Regel: E = P x t
Invullen: E = 2,2 x 0,5
Antwoord: E = 1,1 kWh per dag. x 30 = 33 kWh
7d. Een kip krijgt lekker kippengraan te eten. De boer stopt er aan graan 3400 J in. Opeens komt er een vos en de kip rent voor haar leven! Ze gebruikt 1020 J om te rennen. De rest van de energie gaat verloren aan warmte. Ze is sneller dan de vos en blijft leven! Wat is het rendement van het graan van de boer?
Vul het GGRIA in en reken waar nodig de gegevens om:
Gevraagd: Rendement
Gegeven: Eaf = 1020 J
Eop = 3400 J
Oplossing: Regel: Rendement = Eaf / Eop x 100%
Invullen: Rendement = 1020 / 3400 x 100 %
Antwoord: Rendement = 30 %
Nog een heel aantal vraagstukken. Los ze op met GGRIA.
LET OP!!! Schrijf het allemaal helemaal uit! Denk aan omrekenen van grootheden waar nodig en het gebruik van eenheden.
7e. Stukje schuimrubber van 7 cm breed, 14 cm lang en 7 cm hoog.
Het stukje weegt 17,15 gram.
Wat is de dichtheid?
Gevraagd: dichtheid
Gegeven: massa = 17,15 g
volume = 7 x 14 x 7 = 686 cm3
Oplossing: Regel: ρ = m / V
Invullen: ρ = 17,15 / 686
Antwoord: ρ = 0,025 g/cm3
7f. Het circuit van Zandvoort is 4,3 km.
De snelste rondetijd 1.24 min.
Wat is de gemiddelde snelheid in km/h?
Gevraagd: gemiddelde snelheid
Gegeven: afgelegde weg (s) = 4,3 km = 4300 m.
tijd (t)= 1.24 m = 84 s
oplossing: Regel: v = s / t
Invullen: v = 4300 / 84
Antwoord: v = 51,19 m/s x 3,6 = 184,28 km/h
7g. In het tekenlokaal branden tl- lampen. Het moet immers goed verlicht worden.
Voor elke lamp wordt 500 kJ aan energie gebruikt. Hiervan wordt 325 kJ omgezet in licht, de rest zorgt ervoor de het lokaal warmer wordt.
Wat is het rendement van de lampen?
Gevraagd: Rendement
Gegeven: Eaf = 325 J
Eop = 500 J
Oplossing: Regel: Rendement = Eaf / Eop x 100%
Invullen: Rendement = 325 / 500 x 100 %
Antwoord: Rendement = 65 %
Gezin A: LED tv. Vermogen 80 WGezin B: Plasma tv Vermogen 120 W
7h. Twee gezinnen hebben elk een nieuwe televisie gekocht.
Gezin A kijkt per dag gemiddeld4 uurnaar Goede tijden, slechte tijden, Spangas, Onderweg naar morgen, Vrouwenvleugel, Barbies bruiloft enz. Daarom hebben zij een LED tv gekocht.
Gezin B kijkt vooral naar het journaal, Sportwedstrijden, De wereld draait door en natuurprogramma’s. Dit doen zij gemiddeld 180 minuten per dag. Zij hebben een Plasma tv gekocht.
Wat is het gemiddelde energieverbruik van de televisies? Welk gezin gebruikt het minste energie voor de televisie?
Gevraagd: Energie familie A
Gegeven: P = 80 W = 0,08 kW
t = 4 h
Oplossing: Regel: E = P x t
Invullen: E = 0,08 x 4
Antwoord: E = 0,32 kWh
Gevraagd: Energie familie B
Gegeven: P = 120 W = 0,12 kW
t = 180 min = 3 h
Oplossing: Regel: E = P x t
Invullen: E = 0,12 x 3
Antwoord: E = 0,36 kWh
Familie A verbruikt de minste energie per dag.
7i. Wat is de dichtheid van deze steen?
Gevraagd: dichtheid
Gegeven: massa = 32 g
volume = 20 ml = 20 cm3
Oplossing: Regel: ρ = m / V
Invullen: ρ = 32 / 20
Antwoord: ρ = 1,6 g/cm3
7j. De trajectcontrole meet de snelheid van een auto.
Dit doet hij door 2 keer te meten. Op punt A en punt B.
De afstand tussen punt A en punt B is 500 meter
De auto doet 25 sec. over dat stuk.
De maximale toegestane snelheid daar is 80 km/h.
Krijgt de automobilist een boete?
Gevraagd: gemiddelde snelheid
Gegeven: afgelegde weg (s) = 500 m.
tijd (t)= 25 s
oplossing: Regel: v = s / t
Invullen: v = 500 / 25
Antwoord: v = 20 m/s x 3,6 = 72 km/h
De automobilist rijdt langzamer dan 80 km/h dus krijgt geen boete
7k. Een wielrenner rijdt een wegparcours van 4,2 km. Hij doet hier 6,3 minuten over. Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/h?
Gevraagd: gemiddelde snelheid
Gegeven: afgelegde weg (s) = 4,2 km = 4200 m.
tijd (t)= 6,3 min = 378 s
oplossing: Regel: v = s / t
Invullen: v = 4200 / 378
Antwoord: v = 11,11 m/s x 3,6 = 40 km/h
7l. Een inductiekookplaat werkt met magnetisme. We gaan een liter water 10 graden verwarmen op de kookplaat. Hiervoor is 41,9 kJ aan energie gebruikt. De inductiekookplaat heeft voor dit proces 46,5 kJ aan energie nodig gehad.
Wat is het rendement van de inductiekookplaat?
Gevraagd: Rendement
Gegeven: Eaf = 41,9 J
Eop = 46,5 J
Oplossing: Regel: Rendement = Eaf / Eop x 100%
Invullen: Rendement = 41,9 / 46,5 x 100 %
Antwoord: Rendement = 90 %
7m. Een paard krijgt een emmer water van 10 liter voorgezet. Hier drinkt hij precies 5 liter van op. De massa van het opgedronken water is 5 kg.
Wat is de dichtheid van het water in de emmer?
Gevraagd: dichtheid
Gegeven: massa = 5 kg = 5000 g
volume = 5 l = 5000 cm3
Oplossing: Regel: ρ = m / V
Invullen: ρ = 5000 / 5000
Antwoord: ρ = 1 g/cm3
7n. Ryan rent door de school, hij is bijna te laat. De afstand tussen de garderobe en het lokaal is 135 meter. Hij doet hier 34 seconde over. Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/h?
Gevraagd: gemiddelde snelheid
Gegeven: afgelegde weg (s) = 135 m.
tijd (t)= 34 s
oplossing: Regel: v = s / t
Invullen: v = 135 / 34
Antwoord: v = 3,97 m/s x 3,6 = 14 km/h