Opdracht 7. GGRIA oefenvragen.

Spiekbrief formules

Gebruik voor het oplossen van de vraagstukken de formules die besproken zijn in basisstof 6.

Schrijf de antwoorden in je schrift. Schrijf elke opgave helemaal uit.

 

7a. Een hardloper loopt 10 km in 3 kwartier. Om een goed hardloopschema te kunnen maken wil de hardloper zijn gemiddelde snelheid per uur weten.

Vul het GGRIA in en reken waar nodig de gegevens om:

 

Gevraagd:

 

Gegeven:       afgelegde weg (s)=                km      =                   m.

                       tijd (t)=                                   kwartier =                             sec.

 

oplossing:      Regel:

 

                       Invullen:

 

                       Antwoord:

 

 

 

7b. Een blokje ijzer weegt 39,35 g

Het blokje ijzer heeft een volume is 5 cm3

Wat is de dichtheid van dit blokje ijzer?

 

Vul het GGRIA in en reken waar nodig de gegevens om:

 

Gevraagd:

 

Gegeven:       

                                 

 

Oplossing:     Regel:

 

                       Invullen:

 

                       Antwoord:

7c. Deze waterkoker staat per dag een half uur aan. Hoe veel verbruikt de waterkoker in september aan energie?

 

Vul het GGRIA in en reken waar nodig de gegevens om:

 

Gevraagd:

 

Gegeven:       

                                 

Oplossing:      Regel:

 

                         Invullen:

 

                         Antwoord:

 

 

 

7d. Een kip krijgt lekker kippengraan te eten. De boer stopt er aan graan 3400 J in. Opeens komt er een vos en de kip rent voor haar leven! Ze gebruikt 1020 J om te rennen. De rest van de energie gaat verloren aan warmte. Ze is sneller dan de vos en blijft leven! Wat is het rendement van het graan van de boer?

 

Vul het GGRIA in en reken waar nodig de gegevens om:

 

Gevraagd:

 

Gegeven:       

                                 

Oplossing:      Regel:

                       Invullen:

                       Antwoord:

 

 

Nog een heel aantal vraagstukken. Los ze op met GGRIA.

LET OP!!! Schrijf het allemaal helemaal uit! Denk aan omrekenen van grootheden waar nodig en het gebruik van eenheden.

 

7e. Stukje schuimrubber van 7 cm breed, 14 cm lang en 7 cm hoog.

Het stukje weegt 17,15 gram.

 

Wat is de dichtheid?

 

7f. Het circuit van Zandvoort is 4,3 km.

De snelste rondetijd 1.24 min.

Wat is de gemiddelde snelheid in km/h?

 

7g. In het tekenlokaal branden tl- lampen. Het moet immers goed verlicht worden.

Voor elke lamp wordt 500 kJ aan energie gebruikt. Hiervan wordt 325 kJ omgezet in licht, de rest zorgt ervoor de het lokaal warmer wordt.

Wat is het rendement van de lampen?

 

7h. Twee gezinnen hebben elk een nieuwe televisie gekocht.

Gezin A kijkt per dag gemiddeld4 uurnaar Goede tijden, slechte tijden, Spangas, Onderweg naar morgen, Vrouwenvleugel, Barbies bruiloft enz. Daarom hebben zij een LED tv gekocht.

Gezin B kijkt vooral naar het journaal, Sportwedstrijden, De wereld draait door en natuurprogramma’s. Dit doen zij gemiddeld 180 minuten per dag. Zij hebben een plasma tv gekocht, want die geeft mooier beeld.

Wat is het gemiddelde energieverbruik van de televisies? Welk gezin gebruikt het minste energie voor de televisie?

7i. Wat is de dichtheid van deze steen?

De trajectcontrole meet de snelheid van een auto.

Dit doet hij door 2 keer te meten. Op punt A en punt B.

De afstand tussen punt A en punt B is 500 meter

De auto doet 25 sec. over dat stuk.

 

De maximale toegestane snelheid daar is 80 km/h.

Krijgt de automobilist een boete?

 

 

7k. Een wielrenner rijdt een wegparcours van 4,2 km. Hij doet hier 6,3 minuten over. Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/h?

 

 

7l. Een inductiekookplaat werkt met magnetisme. We gaan een liter water 10 graden verwarmen op de kookplaat. Hiervoor is 41,9 kJ aan energie gebruikt. De inductiekookplaat heeft voor dit proces 46,5 kJ aan energie nodig gehad.

Wat is het rendement van de inductiekookplaat?

 

 

7m. Een paard krijgt een emmer water van 10 liter voorgezet. Hier drinkt hij precies 5 liter van op. De massa van het opgedronken water is 5 kg.

Wat is de dichtheid van het water in de emmer?

 

 

7n. Ryan rent door de school, hij is bijna te laat. De afstand tussen de garderobe en het lokaal is 135 meter. Hij doet hier 34 seconde over. Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/h?

 

7o. Er zijn gaatjes geboord in de muur. De boormachine heeft een vermogen van 800 W.  Er worden 10 gaatjes geboord en elk gaatje kostte 15 seconde om te boren. Behalve het laatste gaatje, die duurde 20 seconden. Hoe veel energie heeft de boormachine verbruikt voor de 10 gaatjes?