De verschillende bloedvaten zijn slagaders, aders en haarvaten.
Slagaders komen van het hart af en liggen vaak dieper onder de huid. Daarom is de bloeddruk hier hoog. In deze bloedvaten kun je de polsslag meten. Op een uitzondering na zijn deze boedvaten zuurstofrijk. Door aders stroomt zuurstofarm bloed. Deze bloedvaten hebben aderkleppen, zo kan het bloed niet terug stromen. Haarvaten zijn bloedvaten van 1 cellaag dik.
Van basisstof 5 moet je het begrip van de poortader begrijpen. Het meeste zuurstofarme bloed van het darmkanaal stroomt via de poortader naar de lever. Op deze manier kunnen voedingstoffen makkelijk naar de lever worden vervoerd. In de lever worden de voedingstoffen tijdelijk opgeslagen. Via de leverslagader krijgt de lever zuurstof en via de leverader wordt zuurstofarm bloed afgevoerd.