A. Land te leen
Er waren veel onrustige tijden in Europa. Na de val van het West-Romeinse rijk waren er veel oorlogen. Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes. Er waren geen auto's, vliegtuigen of andere moderne vervoersmiddelen.
Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa. De bekendste Frankische koning was Karel de Grote. Zijn Rijk was heel groot. Het was onmogelijk voor Karel om zijn Rijk overal tegelijk in de gaten te houden. Dit is de reden dat hij stukken van zijn land aan edelen gaf, zoals een graaf. Zij mochten dit namens Karel de Grote besturen: zij werden zijn leenmannen. De graaf was dan de leenman van de koning. De koning was de leenheer. Deze manier van besturen heet het leenstelsel, ook wel het feodalisme wordt dit genoemd. Karel de Grote woonde zelf op veel verschillende plekken, in eenvoudige paleizen. Ook in Nijmegen had Karel de Grote een verblijf.
B. Mini-koning
Een graaf had veel rechten. Zij mochten zelf beslissen waar zij zin in hadden. Maar zij moesten wel trouw blijven aan de leenheer, de koning. Dit deden zij door belasting te betalen aan de koning, en zij moesten vechten in een oorlog voor de koning. De graaf kan eigenlijk gezien worden als een soort mini-koning. Omdat zij zelf mochten beslissen hoe het in hun stuk land ging. Sommige grafen hadden een hele grote gebied. Dit is de reden dat zij het gebied weer moest verdelen in kleinere stukken. De graaf gaf zijn gebied aan ridders. De ridders waren dan onderleenmannen. Zij moesten trouw zijn aan de graaf.
C. Soldaten te paard
De ridders waren soldaten van een graaf of koning. Ridders hadden vaak zelf ook een stuk land. Zij droegen een harnas, een schild en een zwaard of lans. Zelfs het paard droeg een harnas. Ridders hadden een schildknaap. Een schildknaap helpt een ridder om bijvoorbeeld het harnas aan te trekken. Als er geen oorlog was, dan waren de ridders onderling aan het vechten tegen elkaar in toernooien. Ridders lieten het werk door knechten en ambtenaren uitvoeren. Zo kon de ridder meer tijd besteden aan bijvoorbeeld jagen. Erg veel ridders hadden een huisdier, zoals een roofvogel of een tamme valk. De dieren hielpen de ridder om op dieren te jagen. In de tijd van de Middeleeuwen was het erg bijzonder om een roofvogel als huisdier te hebben. Die waren namelijk heel erg duur.
Heb je de tekst gelezen?
Stap 1: Klik op de link: klik hier
Stap 2: Voer de code in: GPBNH2
Stap 3: Maak de opdrachten.
Stap 4: Controleer de antwoorden.
Stap 5: Bekijk de foto hieronder.