tussen 1764 en 1773 werden zes nieuwe belastingen ingevoerd.
de sugar act van 1764 halveerde een eerdere wet op suiker van 6 pence naar 3 pence. Engeland dacht daarmee de kolonisten tevreden te houden, maar maakte ze juist bang voor de toekomst.
de currency act van 1764 verbad de kolonies hun eigen papiergeld te maken.
de quartering act van 1765 verplichtte de kolonisten van het vestigen en verzorgen van britse troepen. volgense vele kolonisten ging dit echter tegen de 'bill of rights' die een staand leger verbad.
de stamp act van 1765 legde een belasting op papier door middel van een stempel.
de townsend act van 1767 legde extra belasting op glas, lood, verf, thee en papier. Deze belasting zorgde voor vele opstanden, waardoor de Britten zich genoodzaakt voelde om Bosten onder complete controle te houden. Dit leidde tot een groot protest waar 5 Amerikaanse protesterende mannen stierven.
de tea act van 1773 zorgde ervoor dat thee van de Britse Oost-Indische Compagnie verkocht kon worden in Amerika zonder invoerrechten te betalen. Deze wet leidde tot het startpunt van de onafhankelijkheidsoorlog.