Hieronder een kleine samenvatting van de paragraaf:
In het Romeinse rijk waren grote verschillen in de samenleving. Er was een kleine groep van rijke mensen en een grote groep arme mensen en slaven.
Er was een landbouwstedelijke samenleving. Dit is een samenleving waarin een deel van de bevolking leeft van ambacht en handel terwijl het grootste deel leeft van de landbouw.
Door de vrede in het rijk ging het goed met de economie.
In de Romeinse multiculturele samenleving was verdraagzaamheid. Verschillende culturen leefden hier door elkaar. De Romeinen namen veel van de Grieken over. Hierdoor ontstond de Grieks-Romeinse cultuur.
Romeinen geloofden in veel goden. In het rijk was godsdienstvrijheid. Wel moesten alle onderdanen de belangrijke Romeinse goden en de keizer vereren.