Gevolgen van de industrialisatie

Tussen 1750 en 1850 veranderde Engeland van een landbouwsamenleving naar een industriƫle samenleving. Landbouw en handwerk, zoals de huisnijverheid, waren niet meer de belangrijkste middelen van het bestaan, dat was nu de industrie. De industrialisatie was niet meer te stoppen.

De oude landwegen waren niet meer geschikt voor het vervoeren van producten en grondstoffen, dus werden er nieuwe verbindingen gemaakt. Er werden kanalen gegraven zodat boten grondstoffen en producten konden vervoeren vanuit de fabriek en er werden rails aangelegd, zodat de stoomtreinen producten en grondstoffen konden vervoeren. Een bijkomend voordeel was, dat ook gewone mensen met de trein konden reizen door het land. Men kon op visite bij familie die ver weg woonde of kon een grote stad bezoeken voor jaarlijkse inkopen. Engeland had al in 1825 de eerste stoomtrein, Nederland was in 1839

Het hebben van kapitaal (geld) was extreem belangrijk in de industriĆ«le samenleving, zelfs belangrijker dan grond. Een klein stuk grond met een fabriek was vaak meer waard dan een heel groot gebied met boerderijen en landbouwgrond. Ondernemers stopten veel geld in hun fabrieken, zodat ze konden uitbreiden en hierdoor nog meer winst konden maken, dit noemen we kapitalisme. De Engelse regering gaf de ondernemers veel vrijheid, wat dit zorgde voor meer banen en een betere economie. Wel hadden de arbeiders die in de fabrieken leefden, een minder prettig leven. De omstandigheden waarin ze werkten waren slecht en gevaarlijk, ook werden ze slecht betaalt.  Maar weel veel mensen hadden door deze fabrieken een baan en konden hun gezin voeden en hadden een klein huisje. Voor veel mensen was dit toch wel een verbetering.

Begrippenlijst:

Industrialisatie: de opkomst van industrie in een gebied waar eerst vooral aan landbouw werd gedaan.

Kapitalisme: Economisch systeem waarbij alles draait om winst maken. Grond en fabrieken zijn in handen van ondernemers die proberen zoveel mogelijk winst te maken.

Kaart van het spoorwegennet rond 1860 in Nederland, T Houdijk

Spoorlijnen in Engeland in 1850, Charles F. Cheffins

De eerste passagiers in een trein in 1830