Werk in de eerste fabrieken

Honderdduizenden mensen trokken naar de industriesteden op zoek naar een betere toekomst voor zichzelf en/of hun gezin. Maar het leven in de industriesteden en de fabrieken was geen pretje. De leef- en werkomstandigheden waren slecht. Doordat de eigenaren van de fabrieken zoveel mogelijk winst wilde maken, waren de lonen laag en de werkdagen lang. Een werkweek duurde zes dagen, zaterdag werkte men ook, en duurde vaak van half zes s ’ochtends tot acht uur s ’avonds.

Er waren nog meer dingen vervelend in het fabrieksleven:

De overheid deed hier niks aan, hierdoor bleven de leef- en arbeidsomstandigheden slecht. Ook bleef hierdoor er kinderarbeid bestaan. Omdat de arbeiders toch iets aan hun leef- en arbeidsomstandigheden wilden verbeteren, werden er in 1850 vakbonden opgericht. Deze vakbonden onderhandelde met bazen of riepen massale stakingen uit.

Begrippenlijst:

Vakbond: een vereniging van mensen met een bepaald beroep, die opkomt voor de rechten van werknemers en strijdt voor betere werkomstandigheden.  

Een kind in de kolenmijn, James Dunn, 1905

Een ijzerfabriek, Adolph Menzel, 1875