Kruisingen.

Kennisclip kruisingsschema's https://youtu.be/eBxAaOV2uHM

Figuur 10

Figuur 11

Met behulp van een kruisingsschema kun je de ook de kans berekenen dat een nakomeling een bepaalde eigenschap heeft. Hieronder zie je een kruisingsschema voor haarkleur. Je ziet dat de roze velden van de moeder zijn en de blauwe velden bij de vader horen. Zij kunnen allebij een B en een b doorgeven via hun zaadcellen of eicellen. De kans dat de ene eicel wordt bevrucht is 50%, en de kans dat dat gebeurd door één van de twee zaadcellen is ook 50%. De kans op 1 van de combinaties in de witte hokjes is dus telkens 0,5 x 0,5 = 0,25, oftewel 25%.

Hoe groot is nu de kans op de volgende genotypes:
1. Homozygoot dominant, BB. 1 van de 4 witte hokjes is BB. 1/4, oftewel 25%.
2. Homozygoot recessief, bb. 1 van de 4 witte hokjes is bb. 1/4, oftewel 25%.
3. Heterozygoot, Bb. 2 van de 4 witte vakjes zijn Bb. 2/4=1/2, oftewel 50%.

Hoe groot is nu de kans op de volgende fenotypes:
1. Als je homozygoot dominant of heterozygoot bent dan heb je bruin haar. 3 van de 4 vakjes vallen binnen deze regel. 3/4, oftewel 75%.
2. Als je homozygoot recessief bent dan heb je blond haar. 1 van de 4 vakjes valt binnen deze regel. 1/4, oftewel 25%

Maak nu de oefeningen die bij deze basisstof horen.

Als je het lastig vindt maak je ook nog de extra opdrachten.

Als je het makkelijk vindt maak je ook de uitdagende opdrachten.