Je moet de algemene regel en de uitzonderingen allemaal kennen en toe kunnen passen. Dat betekent: je moet niet alleen de regels leren, maar je moet ook woorden met de correcte tussenletter kunnen schrijven.
Samenstellingen
Je moet op de toets ook weten wat een samenstelling is. Het is ook handig, als je wat voorbeelden kunt noemen van samenstellingen.
Je maakt een samenstelling door een aantal bestaande woorden aan elkaar te plakken, waardoor je een nieuw woord vormt. Bijvoorbeeld: boekentas (boek+tas), voetbalveld (voetbal+veld) en kerstboom (kerst+boom).
De regels
Je schrijft -en wanneer het eerste deel van de samenstelling enkel een meervoudsvorm heeft op -en, zoals paardenstal en boekenlegger. Paard (paarden) en boek (boeken) hebben beide alleen een meervoud op -en, dus schrijf je -en bij samenstellingen.
Noemt het eerste deel van de samenstelling een zaak/persoon waarvan er maar een bestaat? Dan schrijf je -e. Woorden die hierbij horen zijn: zonnebank, maneschijn en hellevuur.
Woorden die al wat ouder zijn en vroeger wel als samenstelling herkend werden, noem je versteende uitdrukkingen. Deze zou je nu niet meer als een samenstelling herkennen. Bijvoorbeeld: ruggespraak en elleboog. Deze moet je gewoon weten, want hier is geen 'echte' regel voor om te controleren of je te maken hebt met een versteende uitdrukking. Je schrijft -e.
Samenstellingen waarbij het eerste deel meer dan een meervoudsvorm heeft, krijgen een -e als tussenletter. Het kan wel zo zijn, dat dit woord ook een meervoudsvorm op -en heeft. Dit is dan alleen niet de enige meervoudsvorm. Bijvoorbeeld: groente (groentes/groenten) en gedachte (gedachtes/gedachten).
Soms heeft het eerste deel van een samenstelling geen meervoudsvorm. Bijvoorbeeld: rijstepap en tarwemeel.
Bij een samenstelling moet je goed controleren of het eerste deel wel een zelfstandig naamwoord is. Is het dat niet? Dan schrijf je -e. Bijvoorbeeld: huilebalk, omdat huilen een werkwoord is schrijf je een -e.
Als de samenstelling een bijvoeglijk naamwoord is met een versterkende betekenis, schrijf je een -e. Bijvoorbeeld: beresterk en apetrots. Je kunt dan het eerste deel vervangen door het woordje 'heel' (beresterk: heel sterk).
Als je nog wat extra uitleg nodig hebt, kun je nog eens op de link hieronder klikken. Daar staan dezelfde regels op een andere manier beschreven.