Polsdruk

Het verschil tussen de bovendruk en de onderdruk noem je de polsdruk. Deze is in de grote slagaders gemiddeld 40 mmHg. Hoe verder het bloed in het bloedvatenstelsel komt, hoe gelijkmatiger het bloed gaat stromen. Dat komt doordat de polsgolf in kracht afneemt. Wanneer het bloed bij de arteriolen aankomt, is de arteriƫle druk dan ook gezakt tot gemiddeld 35 mmHg. Met die druk stroomt het bloed de haarvaten in. De bloeddruk in de haarvaten wordt de capillaire druk genoemd. Aan de arteriƫle kant van het haarvatennetwerk is de capillaire druk 35 mmHg. Aan de andere kant van het haarvatennetwerk, de veneuze kant, is de bloeddruk nog maar 15 mmHg. In venulen en aders neemt de veneuze druk nog wat af, tot een gemiddeld minimum van 5 mmHg. Ter hoogte van de holle aders is de bloeddruk vrijwel tot 0 mmHg gezakt.