Het is noodzakelijk de ademhaling te observeren als er sprake is van een stoornis in de ademhaling.
Observatiepunten bij de ademhaling zijn:
Frequentie; de frequentie is het aantal ademhaling per minuut.
Volwassenen 14 tot 18 maal
Kinderen 20 tot 25 maal
Baby’s 30 tot 40
Onder normale omstandigheden is de verhouding tussen hartfrequentie en ademfrequentie 4:1.
Diepte en gelijkmatigheid; de diepte van de ademhaling zegt iets over de hoeveelheid lucht per keer wordt ingeademd. De diepte en de frequentie beïnvloeden elkaar. Bij een gelijkmatige ademhaling is de diepte per ademhaling steeds gelijk. Bij een ongelijkmatige ademhaling is de diepte wisselend.
Ritme; het ritme heeft betrekking op de pauzes tussen de ademhaling. Als de pauzes even lang zijn, is de ademhaling regelmatig. Bij wisselende pauzes is de ademhaling onregelmatig.
Geluid: onder normale omstandigheden is de ademhaling niet te horen. Bij een zwelling van slijmvliezen -> hijgende, snurkende, rochelende of piepende ademhaling (kenmerkend aan een astma aanval) optreden.
Afwijkende ademhalingstypen
De frequentie, gelijkmatigheid en ritme kunnen de volgende afwijkende ademhalingstypen voorkomen:
Kussmaul-ademhaling, een regelmatige, diepe ademhaling. Het komt voor bij bewusteloosheid door een verhoogd bloedsuikergehalte.
Cheyne-stokes-ademhaling, een onregelmatige en ongelijkmatige ademhaling. Diepe ademhaling -> geleidelijk oppervlakkig -> korte of lange adempauze. Dit beeld is vaak te zien bij stervende mensen.
observeren en rapporteren
Het is belangrijk dat je de ademhaling observeert wanneer de zorgvrager het niet in de gaten heeft. Controleer de ademhaling een halve of hele minuut. Rapporteer over de ademhaling in het zorgdossier.