B1-K1-W5 Reageert op onvoorziene en crisissituaties
B1-K1-W5 Reageert op onvoorziene en crisissituaties
Hoe signaleer ik onvoorziene en crisissituaties als gevolg van gedragsproblemen?
Dat je opmerkt wat er gebeurt en probeert om, samen met een collega, te zorgen dat de situatie geen incident wordt.
Welke preventieve acties kan ik doen om crisissituaties en verdere escalatie te voorkomen?
Dat je adequaat en professioneel handelt
Hoe schat ik gevaar in voor de cliënt, zichzelf en anderen zodat de veiligheid gewaarborgd wordt?
Goed blijven opletten en als je ziet aan de cliënt dat die geïrriteerd word diegene dan even op een rustige plek zetten.
Hoe blijf ik tijdens een crisissituatie in contact met mijn cliënt?
Blijf geduldig tot een cliënt weer bijkomt is dan kan je met hem praten over wat is gebeurd.
Hoe maak ik een risicoanalyse?
Brainstorm welke risicofactoren jouw project kunnen hinderen.
Bepaal wat er gebeurt wanneer deze gebeurtenissen zich voordoen (effect)
Bedank hoe groot de kans is dat deze gebeurtenis ook echt plaatsvindt (kans)
Zet de risico’s in volgorde van belangrijk tot onbelangrijk.
Hoe hanteer ik mijn grenen en gevoelens tijdens en na een crisissituatie?
Probeer te denken dat jij voor een cliënt bent en niet voor jou zelf.
Hoe geef ik tijdig mijn grenzen aan bij onredelijke reacties en/of ongewenst gedrag van de cliënt?
Vertel dat jij niet prettig vindt hoe de cliënt deed en vertel ook wat zijn de gevolgen.
Hoe signaleer ik tijdig of er sprake is van gevaar voor de cliënt, de groep, collega’s en/of zichzelf?
Als een cliënt wil niet luisteren of ze maakt dingen kapot of valt andere mensen lastig.
Hoe pas ik op een respectvolle en duidelijke manier de uitgangspunten toe die horen bij het terugdringen van dwang en drang?
Hoe observeer ik mijn cliënt als er signalen zijn van dreigende agressie?
Hoe de cliënt zich gedraagt. Stiller, onrustig, agressief etc
Hoe communiceer ik- ook in onduidelijke of stressvolle situaties, helder en eenduidig met anderen?
Wees beetje sterkt. Rustig communicatie. Beetje herhalen wat de cliënt zei.
Hoe handel ik in onvoorziene- en crisissituatie snel en adequaat volgens de voorgeschreven procedures, wettelijke richtlijnen en afspraken van de organisatie?
Rustig nadenken hoe jij zal aanpakken.
Hoe bespreek ik achteraf op een constructieve manier met de cliënt, collega’s en andere betrokken de crisissituatie.