B1-K1-W5 Reageert op onvoorziene en crisissituaties

B1-K1-W5 Reageert op onvoorziene en crisissituaties

Dat je opmerkt wat er gebeurt en probeert om, samen met een collega, te zorgen dat de situatie geen incident wordt.

Dat je adequaat en professioneel handelt

Goed blijven opletten en als je ziet aan de cliënt dat die geïrriteerd word diegene dan even op een rustige plek zetten.

Blijf geduldig tot een cliënt weer bijkomt is dan kan je met hem praten over wat is gebeurd.

Probeer te denken dat jij voor een cliënt bent en niet voor jou zelf.

Vertel dat jij niet prettig vindt hoe de cliënt deed en vertel ook wat zijn de gevolgen.

Als een cliënt wil niet luisteren of ze maakt dingen kapot of valt andere mensen lastig.

Hoe de cliënt zich gedraagt. Stiller, onrustig, agressief etc

Wees beetje sterkt. Rustig communicatie. Beetje herhalen wat de cliënt zei.

Rustig nadenken hoe jij zal aanpakken.

Vertel wat is er precies gebeurd.