Slaapstoornissen
Slaapstoornissen komen relatief veel voor, de oorzaken kunnen heel verschillend zijn dus is het soms moeilijk om ze te onderscheiden. In Nederland zijn er speciale slaapcentra om dit e onderzoeken en proberen te diagnosticeren. In deze centra kunne mensen therapieën krijgen voor hun slaapstoornissen zoals gedragstherapie, piekertherapie lichttherapie en andere soort therapieën.
Slaapstoornissen naar tijd (primaire slaapstoornissen)
Inslaapstoornissen: meestal spelen emoties hier een rol zoals angst zorg, verdriet maar ook omgevingslawaai kan een oorzaak zijn.
Doorslaapstoornissen: mensen met depressie hebben hier vaker last van. Ze hebben maar korte slaapjes (even wegzakken en weer wakker worden). Ze hebben het gevoel dat ze moe wakker worden.
Zeer vroeg wakker worden: veel oudere mensen hebben hier last van. Ze worden waker rond 4, 5 uur en kunnen niet meer in slaap vallen. Ze kunnen dan niet voldoende uitgerust zijn en overdag te veel slapen.
Slaapapneu: apneu betekent letterlijk geen lucht en heeft te maken met snurken en de luchtwegen. De oorzaak van snurken heeft te maken met de luchtwegen die achter de keel vernauwen. De lucht probeert langs de vernauwing te gaan waardoor het snurkende geluid maakt. De persoon zelf merkt er niks van maar zijn of haar omgeving wel. Het kan wel dat het voor de snurker wel een probleem wordt. Als de vernauwing zo klein is kan de lucht niet naar de longe gaan. Het zuurstofgebrek in de hersenen zorgt ervoor dat de snurker met een schok en een harde snurk wakker schrikt en zo weer verder kan ademen. Als dit voorkomt heeft deze persoon apneu.
Narcolepsie: het belangrijkste symptoom is slaperigheid en onbedwingbare slaapaanvallen overdag. Ook al had deze persoon een goede nachtrust gehad. Mensen met narcolepsie kunnen overdag geheugenstoornissen en concentratiestoornissen krijgen omdat ze niet goed zijn uitgerust. Het is ook niet te genezen mensen met deze stoornis moeten er mee leren leven.
Nachtmerries: zijn enge dromen met negatieve emoties waar je soms van wakker schrikt.
Slaapwandelen: is het wandelen tijdens de slaap. Meestal weet de persoon zelf niet dat hij slaapwandelt maar andere denken dat die persoon wakker is. Erfelijkheid speelt vaak een rol bij slaapwandelen en het komt vaker voor bij kinderen dan bij volwassenen. De omgeving moet vaak veiliggesteld worden omdat de slaapwandelaar redelijk kwetsbaar is en zich makkelijk kan pijn doen of ergens vanaf kan vallen. Maar je kan ook met sensoren of geluidjes werken
Slaapstoornissen naar oorzaak (secundaire slaapstoornissen)
Psychogene slaapstoornissen: overspanningen, angststoornis of psychische shock raken
Organische slaapstoornissen: de oorzaak is een ziekte of ongeval van de hersenen
Symptomatische slaapstoornissen: pijn is het symptoom. De oorzaak kan pijn van een ziekte operatie of ongeval zijn en door die pijn kunnen ze slecht van slapen.
Toxische slaapstoornissen: oorzaak door vergiftigingen zoals medicijnen of koffie.
bron: basiszorg 2