1.1 De stofwisseling

De tempratuur in het lichaam heet de kerntempratuur ,en de tempratuur buiten het lichaam de schiltempratuur. Rondom de lever is de kerntempratuur iets hoger doordat daar een hoge stofwisseling plaats vind.

Hoe hoger de stofwisseling is in de cellen hoe meer warmte er vrijkomt, dus hoe hoger de kerntempratuur. Het bloed zorgt voor het vervoeren van de warmte door de rest van het lichaam. De schiltempratuur beschermt de organen tegen oververhitting.