Theorie

Assenstetsel

Assenstelsels kom je overal tegen. Deze zal je bij meerdere vakken op school voorbij zien komen. Ook kom je deze tegen in het hedendaagse leven, zoals bij het nieuws.

 

Om een assenstelsel te tekenen moet je goed ruimte nemen in je schrift of op je papier. Daarop teken je twee assen, de x-as en de y-as. Deze teken je van tot , tenzij het anders is aangegeven! Dit kan je ook wel zien aan de coördinaten. Als je bijvoorbeeld een coördinaat   ziet, weet je dat je niet genoeg hebt aan  tot . Verleng de as dan waar het nodig is!

Zet daarna gelijk de assen namen erbij! Dus zet bij de x-as dus de letter X en bij de y-as de letter Y. Doe dit altijd direct nadat je de assen hebt getekent, zodat je dit niet vergeet!

Zet daarna de bij de snijpunt van de assen. De staat voor oorsprong.

Vervolgens schrijf je de getallen bij de assen. Als je dat allemaal gedaan hebt, krijg je een tekening als hieronder:

Coördinaten

Met coördinaten kan je snel zoeken naar het juiste roosterpunt in een assenstelsel. Om goed te leren begrijpen hoe een coördinaat werkt, nemen wij een voorbeeld erbij.

 is een voorbeeld van een coördinaat. Om de positie of locatie van dit coördinaat te vinden moeten wij eerst begrijpen hoe een coördinaat werkt. Het eerste getal van de coördinaat A (dus de 2), geeft aan wat de positie van dit coördinaat is op de x-as. Het tweede getal geeft aan wat de positie van dit coördinaat is op de y-as. Dit resulteert in het volgende tekening:

Bij negatieve getallen ga je naar de anderekant van de oorsprong kijken. Neem bijvoorbeeld punt . Deze komt dus hier te liggen:

Let dus goed op waar de locatie van coördinaten liggen. Om extra te oefenen kan je de volgende link klikken:

Klik hier om te oefenen met coördinaten. ©Jan Elemans, Geogebra
©Jan Elemans, Geogebra