Het voortplantingsstelsel van de man is redelijk complex. Het heeft veel onderdelen met allemaal een dergelijke functie. Als bepaalde onderdelen niet werken kan dit voor onvruchtbaarheid zorgen. Gelukkig is dit voor het merendeel niet het geval. Hieronder vind je de onderdelen weergegeven, met de bijbehorende functies.
De balzak: Zorgt voor bescherming en ondersteuning van de teelballen. Ook zorgt de balzak ervoor dat de teelballen op de juiste temperatuur blijven.
De teelballen: Produceert zaadcellen. Ook stoten de teelballen een groot deel van het mannelijk hormoon testosteron af. De teelballen produceren hiernaast ook kleine hoeveelheden van het vrouwelijk hormoon oestrogeen.
De penis: Heeft twee hoofdfuncties, het afvoeren van urine en het mogelijk maken van voorplanting.
De prostaat: Produceert zaadvloeistof.
De bijballen: Hier worden zaadcellen opgeslagen.
de Zaadleiders: Vervoeren de zaadcellen.
De zaadblaasjes: Voegen vocht en voedingsstoffen toe aan de zaadcellen.
Sperma: De uiteindelijk vloeitstof die wordt geƫjaculeerd. Sperma bestaat uit zaadcellen, zaadvocht en voedingsstoffen voor de zaadcellen.
De eikel: Dit is de top van de penis. De eikel is erg gevoelig en speelt een grote rol bij de ejaculatie van de man.
De voorhuid: Een dunne huidplooi die de eikel bedekt.
Erectie: Het stijf worden van de penis.
Het zwellichaam: Dit is het deel van de penis dat zich vult met bloed als de man opgewonden raakt.
De urinebuis: De buis die door de penis loopt, deze zorgt voor de afvoer van urine.
De urineblaas: In de urineblaas wordt urine opgeslagen.
Zaadlozing: Het moment waarin het sperma uit de penis komt.
Geslachtsgemeenschap: Het proces waarbij de man de penis in de vagina van de vrouw brengt.
Zweepstaart: De staart waarmee zaadcellen zich voortbewegen.
Dit zijn de begrippen die aan bod komen in deze les. Deze begrippen worden ook genoemd in jullie methode Biologie voor jou.