Leerdoelen:
Je kan de onderdelen van het vrouwelijke voortplantingsorgaan benoemen en herkennen in een afbeelding/tekening.
Je kent de functies van de onderdelen van het vrouwelijke geslachtsorgaan.
orgaan | functie |
Eierstokken | Een eierstok of ovarium is het orgaan in de vrouw waar de eicellen ontwikkeld en opgeslagen worden (Één eicel per 4 weken). |
Eileider | De functie van de eileider is simpelweg het vervoer van de eicel naar de baarmoeder. Hierin vindt de bevruchting tussen eicel en zaadcel plaats. |
Baarmoeder | De belangrijkste functie van de baarmoeder is om een bevrucht embryo te laten innestelen. Het embryo groeit in de baarmoeder uit tot foetus en blijft er tot de geboorte van de baby. |
Schede | De vagina of schede is het inwendige deel van het geslachtsorgaan dat de baarmoeder met de buitenkant van het lichaam verbindt. De vagina is geschikt om de penis in te brengen bij het paren. |
Kleine schaamlippen | Bevat o.a. klieren die slijm produceren bij opwinding, zodat de penis makkelijker de vagina in kan. |
Grote schaamlippen | De grote schaamlippen omgeven een aantal geslachtsdelen zoals de clitoris en de kleine schaamlippen om ze te verbergen en te beschermen. |
Clitoris | Veroorzaakt seksuele prikkeling bij de vrouw. |