Leerdoelen:
Je kan de onderdelen van het mannelijke voortplantingsorgaan benoemen en herkennen in een afbeelding/tekening.
Je kent de functies van de onderdelen van het mannelijke geslachtsorgaan.
Orgaan | Functie |
Penis | De werkelijke zichtbare geslachtsorgaan, de penis kan in erectie komen waarna de penis in de vagina kan worden geplaats in gemeenschappelijke voortplanting. |
Eikel | Uiteinde penis, meest gevoelige onderdeel voor seksuele prikkels. |
Zwellichaam | Sponsachtig weefsel in de penis die gevuld kan worden met bloed waardoor de man een erectie krijgt. |
Urineblaas | Opslag van urine. |
Urinebuis | Afvoer urine, voorvocht en zaadcellen. |
Bijbal | Hierin worden de zaadcellen opgeslagen. |
Balzak | Hierin liggen de zaadballen en de bijballen. De balzak hangt buiten het lichaam. Dit komt omdat de zaadcellen beter functioneren bij een lagere temperatuur dan bij de 37 graden, wat onze lichaamstemperatuur is. |
Teelbal/zaadbal | In de teelballen/zaadballen worden zaadcellen en het mannelijke geslachtshormoon testosteron gemaakt. |
Zaadleider | De zaadleider loopt van de testes (teelballen) via de prostaat, waar de zaadblaasjes ook uit monden. De zaadleider zorgt voor vervoer van de zaadcellen en zaadvocht naar de penis/urinebuis |
Zaadblaasje | Blaasjes die vocht toevoegen aan de zaadcellen die afkomstig zijn uit de zaadleider, hierna wordt het mengsel sperma genoemd. Dat bestaat uit 60% vocht en zaadcellen. |
Prostaat | De prostaat zorgt ook voor vloeistof in het sperma, de prostaat geeft vloeistof af dat rijk is aan voedingsstoffen, waardoor de zaadcellen zich van kunnen voeden. |