Doelen van bouwblok 4

In dit bouwblok leer je:

Bouwblok 4 richt zich hoofdzakelijk op de praktische en technische mogelijkheden van toetsing binnen wikiwijs, Microsoft Formulieren en Google Formulieren. Bouwblok 5 gaat inhoudelijk dieper in op het doelmatig samenstellen van formatieve en summatieve toetsing. Neem beide bouwblokken door alvorens je toetsing voor je arrangement gaat samenstellen. 

Verschillende momenten in een online les lenen zich om vragen te stellen. Het gevaar bij het samenstellen van een online arrangement is dat de leerling overbevraagd wordt. Als je je les opent met een vraag, enkele vragen toevoegt aan instructievideo, apart de kernbegrippen bevraagt, leerlingen verwerkingsvragen laat maken en nog eens afsluit met een diagnostische eindtoets dringt toch de uitdrukking 'één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden'. Wat is een geschikt moment om je leerlingen te bevragen? en Wat is het doel van die vragen? zijn twee vragen die je voor ogen moet houden.

Het leerarrangement is opgebouwd volgens het ADI-model. In het ADI-model lenen een drietal fases zich in ieder geval voor het (eventueel) stellen van vragen.

Lesfase 3: Nagaan of de belangrijkste begrippen zijn overgekomen.

Lesfase 6: Het verwerken van de leerstof.

Lesfase 7: De afsluiting van de les op kernbegrippen.

 

Lesfase 3 betreft een korte check op de belangrijkste begrippen. Realiseer je dat je ook in de video al vragen stelt. Je kunt ervoor kiezen deze fases te combineren door ook de check op de kernbegrippen te verwerken in de video. Mocht je daar niet voor kiezen, en deze controle apart vormgeven, denk dat goed na wat je in de video vraagt en wat direct daarna. Kern van deze fase is altijd: kort en krachtig! Het is geen toets maar een check.

Belangrijk is om je te realiseren dat lesfase 6 verplicht een digitale verwerkingsactiviteit dient te betreffen (zie bouwblok 4) waarin de leerlingen een opdracht of oefening krijgen maar niet het beantwoorden van vragen.

Lesfase 7 dient verplicht vormgegeven te worden in Google of Microsoft Formulieren. Dit vormt een formatief toetsmoment waarmee zowel jij als jouw leerlingen kunnen nagaan in hoeverre ze de stof van de les begrepen hebben. Deze toets dekt dan ook de gehele lesstof.