Eindopdracht A - opdrachtomschrijving

Een leerarrangement is een verzameling bronmaterialen, aangevuld met eigen teksten (instructies), afbeeldingen, kennisclips, geluidsfragmenten en interactieve vragen en toetsen. Arrangeren betekent in deze context het in de juiste volgorde zetten van leermateriaal of het zelf samenstellen van leermateriaal, zodat je het voor jouw lespraktijk kunt gebruiken. Het resultaat publiceer je online: je stelt het beschikbaar aan je leerlingen of studenten. Bedenk dat het arrangement dat jullie gaan maken volledig zelfstandig te doorlopen moet zijn. Natuurlijk mag jij bij springen bij technische vragen maar het programma moet op zichzelf staan.  De leerlingen of studenten zouden het bijvoorbeeld ook als huiswerkopdracht moeten kunnen maken. Het arrangement maak je in principe in Google Sites/Classroom, Microsoft Teams of Wikiwijs, afhankelijk van de omgeving waarmee jouw school werkt. Bespreek goed met je werkplekbegeleider welke omgeving de voorkeur geniet. Het is mogelijk om voor de op jouw werkplek gangbare ELO te kiezen mits daarmee aan de onderstaande voorwaarden voldaan kan worden. Bespreek met je werkplekbegeleider ook goed het onderwerp van het arrangement. Betreft dit een onderwerp waar een digitale leeromgeving een meerwaarde heeft? Je kunt natuurlijk een lesmethodeparagraaf als uitgangspunt nemen maar wellicht zijn er meer geschikte opties. Denk aan een les waarin stof herhaald of samengevat wordt. Of een onderwerp waarvan de ervaring leert dat het door leerlingen als moeilijk ervaren wordt en een zelfstandig leerarrangement een extra steun kan betekenen.

 

Voor het maken van dit arrangement zijn de volgende activiteiten van belang:

 

Plan (OP2 – lesweek 1)

Het in overleg met je werkplekbegleider bepalen welk vakinhoudelijk thema het onderwerp van het leerarrangement wordt en plannen wanneer en bij welke klas afgenomen zou kunnen worden.

Het selecteren van de elektronische leeromgeving en het verkennen van de mogelijkheden daarvan.

 

Do (OP2 – lesweek 2 tot 6)

Het verzamelen en ontwerpen van materiaal (bestanden, teksten, afbeeldingen, video’s, interactieve vragen en toetsen)

Het combineren van de verzamelde/gemaakte materialen tot een arrangement

Het vormgeven van het arrangement

Het schrijven van de onderwijskundige onderbouwing.

 

Check (OP2 – toetsweek)

Kritisch nalopen van het arrangement op basis van de opdrachtomschrijving en beoordelingsrubrics.  

Het ontwerp voorleggen aan twee medestudenten voor peerfeedback.

 

Act (OP3 – lesweek 1 en 2)

Het afnemen van het leerarrangement aan één klas (tenminste 15 leerlingen of studenten)

Het laten evalueren van het leerarrangement door werkplekbegeleider en leerlingen.

 

Afbeelding 2. De PDCA-cyclus

Bron: Bulsuk, 2008