Je gaat de aflevering maken volgens de volgende stappen:
A. Bepaal samen de inhoud van de journaaluitzending die je gaat presenteren.
Kies twee hoofdonderwerpen en twee kort-nieuwsonderwerpen. Verzamel daarover informatie en zoek er beeldmateriaal bij. Om deze informatie te vinden maak je gebruik van één van de websites die genoemd zijn bij punt 4, bronnen.
B. Verdeel de taken per persoon
Persoon: |
Taken: |
Nieuwslezer |
1 Opent het journaal met het noemen van de belangrijkste punten. |
2 Praat de onderwerpen aan elkaar. |
|
3 Leidt de hoofdonderwerpen in (ongeveer 30 seconden per hoofdonderwerp). De informatie over deze twee onderwerpen krijgt hij van de correspondenten aangeleverd op een A4’tje. |
|
4 Nadat hij een hoofdonderwerp heeft ingeleid, stelt hij minimaal vier vragen aan de correspondent. Deze vragen heeft hij in samenwerking met de correspondent gemaakt. |
|
5 Verzorgt de overgang naar de kort-nieuws-onderwerpen. |
|
6 Geeft de weerman het woord om een weerpraatje te houden. |
|
7 Sluit het journaal af met een leuk nieuwsfeit. Dit nieuwsfeit wordt door de weerman aangeleverd. |
|
een of twee correspondenten |
1 Leveren de tekst van de (een of)twee hoofdonderwerpen aan de nieuwslezer. |
2 Verzinnen samen met de nieuwslezer minimaal vier vragen per hoofdonderwerp en bereiden de antwoorden op de vragen voor. |
|
3 Nadat een hoofdonderwerp door de nieuwslezer is ingeleid, komt de correspondent aan het woord die op locatie is. Hij beantwoordt de vragen van de nieuwslezer. Na het tweede hoofdonderwerp doet de tweede correspondent hetzelfde. |
|
Een kort-nieuwsmaker |
1 Zoeken twee (sensationelere) onderwerpen uit en leveren de tekst daarvoor aan de nieuwslezer. |
2 Zoeken bij elk onderwerp beeldmateriaal (foto’s, kort videootje, tekeningen, grafieken, diagrammen). |
|
3 Vertonen bij elk onderwerp het beeldmateriaal, waarbij zij binnen 30 seconden uitleg geven over of commentaar leveren op het onderwerp. |
|
Weerman |
1 Zorgt voor een weerkaart. |
2 Maakt een weerbericht voor de komende 24 uur. |
|
3 Maakt een weersvoorspelling voor de komende vijf dagen. |
|
4 Presenteert aan het eind van het journaal het weerbericht. |
|
5 Gaat op zoek naar een grappig nieuwsfeitje. Hij werkt dit uit en geeft de tekst aan de nieuwslezer. Dit grappige nieuwsfeitje vormt de afsluiting van het journaal. |
C. De opbouw van het journaal is dus als volgt:
- korte samenvatting belangrijkste punten (nieuwslezer)
- 1 of 2 hoofdonderwerpen (nieuwslezer + 1/2 leerlingen: de correspondenten)
- 2 korte onderwerpen (nieuwslezer + 1 leerling: de kort-nieuwsmakers)
- weer (de weerman)
- leuk / opvallend nieuwsfeitje (nieuwslezer + weerman)
- afsluiting (nieuwslezer)
D. Al deze opdrachtjes worden samen jullie journaal. Hier maken jullie samen een videofragment van, net zoals het echte journaal. Het resultaat laat je aan de klas zien.
Let op! De aflevering duurt minimaal 8 en maximaal 12 minuten.