4.5 Van oefenhapjes naar echte maaltijden

 

Hoe ga je van oefenhapjes naar echte maaltijden?

Hoe ga je van oefenhapjes naar mee-eten met de pot? Hieronder zie je een voorbeeld van een opbouwschema voor je baby. Het geeft een idee hoe het kan gaan, maar niet ieder kind is hetzelfde. Sommige kinderen zullen al eerder wat meer op kunnen. Bij andere kinderen zal het wat langzamer gaan. Bij kinderen die wat later beginnen met oefenhapjes kan het schema wat opschuiven. Ook het aantal melkvoedingen is een voorbeeld.

 

Hoeveel eten geef je?

De oefenhapjes geef je naast de melkvoeding. Daarom is het beter niet te veel te geven, je wilt namelijk niet de trek in borst- of flesvoeding van je baby verminderen. Een goed uitgangspunt is om te starten met 1 of 2 keer per dag 3 tot 4 lepeltjes. Je kunt het langzaam opbouwen, totdat je vanaf 8 maanden echt maaltijden gaat vervangen. Elk kind heeft andere behoeftes, dus harde richtlijnen voor de hoeveelheid zijn niet te geven. Geef een hoeveelheid die jouw kindje prettig vindt. Dring geen eten op.

Wat is een goed tijdstip om een hapje te geven?

Geef de hapjes direct na een borst- of flesvoeding. Of geef de hapjes tussen 2 voedingen door. Je kind is dan ontspannen en heeft geen enorme trek meer. Dat is een goed moment om iets nieuws te proeven.

Wat als je baby het steeds uitspuugt?

Spuugt je kind het hapje uit? Dat is helemaal niet gek. Want het is nogal wennen: een nieuwe smaak, een gekke structuur en het dan ook nog moeten doorslikken. Probeer het over een tijdje nog een keer, want het is een kwestie van oefenen.

Lees meer over leren proeven.

Waarom geef je oefenhapjes?

Met oefenhapjes went je kind aan andere smaken dan die van warme melk. Verder leert je kindje happen van de lepel en oefent zo de mondspieren. Als je tussen de 4 en 6 maanden begint met oefenhapjes kun je de kans op een voedselovergevoeligheid kleiner maken. Eerst werd er gedacht dat de kans op een voedselovergevoeligheid toeneemt als je voor de 6 maanden je baby oefenhapjes geeft. Maar het is nu duidelijk dat de kans juist afneemt als je tussen de 4 en de 6 maanden met oefenhapjes begint.

Kun je voedselallergieën bij baby’s voorkomen?

Ons advies om de kans op voedselallergieën bij je baby te verkleinen is: begin zo vroeg mogelijk met het aanbieden van verschillende soorten voedsel, waaronder pindakaas en ei. Vanaf 4 maanden kun je beginnen met de eerste oefenhapjes groente en fruit. Zodra je kind hieraan gewend is kun je pindakaas of ei aan deze hapjes toevoegen. Het advies is om te beginnen met het geven van pindakaas en ei vóór je kind 8 maanden is.

Heeft je baby ernstig eczeem of een voedselallergie? Dan is het extra belangrijk om vroeg te starten met verschillende soorten voeding, zoals ei en pindakaas. Start hiermee vóór de leeftijd van 6 maanden. Overleg wel eerst met de behandelend arts of de diëtist van je kind.

Je kunt beginnen met een halve theelepel pindakaas zonder stukjes of een theelepel fijngemaakt gebakken of hardgekookt ei. De twee dagen daarna geef je elke dag steeds een beetje meer. Als dat goed gaat kun je elke week ongeveer een eetlepel pindakaas of ei geven aan je kind. Dit kan in één keer of verdeeld over enkele dagen per week. Hier kun je gewoon mee doorgaan. Bekijk de folder Introduceren van pinda en ei bij baby's (pdf).

100% pindakaas zonder stukjes, zonder toegevoegd zout en suiker, is het beste voor je kind. Ei en pindakaas kun je mengen met wat fijngemaakt fruit of gekookte groente.

Meer over voedselallergieën bij baby’s.

De eerste hapjes

Vaste voeding gaat steeds meer de melkvoeding vervangen. Totdat je kindje 1 jaar is en echt mee-eet met de volwassenen.

Lees meer over de eerste hapjes vanaf 6 maanden.