De leerdoelen:
We onderscheiden drie typen bloedvaten. Namelijk: aders, slagaders en haarvaten. In deze basisstof worden alle drie de typenbloedvaten behandeld. Zie afbeelding 4
Afbeelding 4
DE SLAGADERS.
Een slagader is een bloedvat wat van je hart naar een orgaan loopt. Het hart pomt met het een hoge druk het bloed vanuit de linkerkamer de aorta in. De aorta wordt ookwel de levensslagader genoemd. Dit omdat hij vertakt in andere slagaders die zuurstofrijkbloed naar alle delen van je lichaam voeren. Omdat de bloeddruk in de slagaders zo hoog is, is de wand van een slagader dik en elastisch. Op het moment dat je hart het bloed de slagaders in duwt zetten de slagaders uit, als het hart ontspant veren ze weer terug in hun oorspronkelijke vorm. Dit kun je ook zelf voelen door je polsslag te voelen.
DE HAARVATEN.
In organen (bijv. je darmen) vertakken de slagaders zich in steeds kleinere en dunnere bloedvaten. Bij dat vertakken wordt ook de wand van het bloedvat steeds dunner. Op een gegeven moment zijn de wanden van de bloedvaten maar één cellaag dik. Deze bloedvaten noem je haarvaten. De haarvaten in organen zitten enorm dicht op elkaar dit noem je een haarvatennet.
Doordat de wanden van de haarvaten maar één cellaag dik zijn, kan er gemakkelijk uitwisseling plaats vinden van bijvoorbeeld zuurstof en voedingsstoffen. Deze stoffen zijn bijvoorbeeld nodig bij de verbranding. De cellen geven op hun beurt weer afvastoffen af aan het bloed die vrijkomen bij de verbranding. Denk hierbij aan koolstofdioxide en andere afvastoffen. De haarvaten komen op hun beurt weer terug in de aders.