Om stroom op te wekken zijn energiebronnen nodig. Dat zijn krachten of stoffen uit de natuur die zo worden toegepast dat er electriciteit uit gemaakt kan worden. Er zijn twee soorten energiebronnen.
Primaire energiebronnen. Dat zijn energiedragers in hun natuurlijke vorm, vóór enige technische omzetting. Voorbeelden van primaire energiebronnen zijn aardgas, steenkool, aardolie, uranium, wind en zonnestraling.
Secundaire energiebronnen. Dat zijn vormen van energie die onstaan door omzetting van de primaire energiebron. Bijvoorbeeld elektriciteit wat uit gas komt of benzine uit aardolie.
Elk land heeft zijn eigen mix aan energiebronnen. Deze energiemix is voor een belangrijk deel afhankelijk van de beschikbaarheid van energiebronnen. Dat in Nederland aardgas een belangrijke energiebron is, is niet zo gek als je bedenkt dat er in de provincie Groningen veel gas onder de grond zit. In Oost- en Zuid-Azië zijn geen grote voorraden aardolie en aardgas en wordt (nog) veel energie opgewekt met steenkool. Door de ligging en de aanwezigheid van gebergten is waterkracht in Noorwegen een belangrijke energiebron. En doordat er in Brazilië ontzettend veel vruchtbare grond is, worden daar veel biobrandstoffen verbouwd.
Maar behalve door de beschikbaarheid van energiebronnen wordt de energiemix ook bepaald door de keuzes die een land maakt. Zo zijn er in Frankrijk bijvoorbeeld veel meer kerncentrales dan in Nederland en richt China zich nu volledig op zonne- en windenergie en probeert af te stappen van het gebruik van steenkool.
Opdracht 1.
Zoek in De Grote Bosatlas app de kaarten van DE WERELD - Energie of zoek op internet naar informatie om de vragen te kunnen beantwoorden.
A. Waar vind je grote voorraden aardolie?
B. Waar zijn grote voorraden aardgas?
C. Waar zijn grote voorraden steenkool?
D. Welke energiebronnen zijn er in Europa?
Opdracht 2.
Bekijk bovenstaande video en beantwoord de vragen. Je hebt er vast wel eens over gehoord: groene stroom en grijze stroom.
A. Van welke energiebronnen wordt grijze stroom gemaakt?
B. Van welke energiebronnen wordt groene stroom gemaakt?
C. Wat is het verschil tussen die beide energiebronnen?
D. Hoort kernenergie bij groene of bij grijze stroom?
E. Wat is het grote nadeel van kernenergie?
F. Wat gebruiken jullie thuis? Grijze of groene stroom?