Het elektriciteit- en gasnet

In deze stap vind je veel informatie over het elektriciteitsnet en het gasnet in Nederland. Lees voor je begint opdracht 1 onderaan de pagina even door. Lees daarna de teksten en bekijk de video.

Het elektriciteitsnet

Hoogspanning
In de elektriciteitscentrales wekken turbines stroom op met een spanning van 10.000 volt. Met transformatoren kan die wisselspanning worden verhoogd of verlaagd. Als de stroom de centrale verlaat, is de spanning flink opgevoerd: met een spanning tot 380.000 volt (= 380 kVolt) verlaat de stroom de centrale. Dit doet men omdat er bij een hogere spanning minder energie verloren gaat. De stroom wordt verdeeld over alle gebruikers via een uitgebreid netwerk. Het eerste gedeelte daarvan is het hoogspanningsnet.

Van 380 kilovolt naar 230 volt
Het hoogspanningsnet is gekoppeld aan het middenspanningsnet. Bij de koppeling van netwerken bevinden zich verdeelstations. In die verdeelstations verlagen transformatoren de spanning naar 25.000 volt, de zogenaamde middenspanning. Vandaar gaat de stroom in Nederland verder via ondergrondse kabels. In tussenstations wordt de spanning verder verlaagd naar (meestal) 10.000 volt. Deze gaat naar de transformatorhuisjes. Daar wordt de spanning teruggebracht tot industriespanning (700 volt), krachtstroom (400 volt) of lichtnetspanning (230 volt). Deze laagspanning gaat naar de bedrijven, instellingen en huishoudens.

Koppelingen tussen centrales
De elektriciteitscentrale stuurt zijn elektriciteit het distributienet in. Elke centrale heeft een eigen distributienet.
Daarnaast zijn de centrales in Nederland met elkaar verbonden via het zogenaamde koppelnet. Zo kan een tijdelijk tekort bij centrale A worden opgelost door centrale B. Dit koppelnet strekt zich uit tot over onze grenzen, zodat wij in piekuren gebruik kunnen maken van de centrales in het buitenland.
Nederland heeft vijf verbindingen over het land met België en Duitsland. Met Duitsland zijn dat er vier. Duitsland en België zijn op hun beurt met andere landen verbonden. Via zeekabels is Nederland ook verbonden met Noorwegen en Groot-Brittannië.
Grote energieleveranciers (van gas en/of stroom) zijn: Essent, Eneco, Nuon, Engie Electrabel en E-ON (Duits bedrijf). De grootste leveranciers hebben eigen elektriciteitscentrales.
De beheerder van het netwerk van 110 kilovolt en hoger (hoogspanningsnet) is Tennet. Tennet is in handen van de overheid. Netwerkbeheerders onder 110 kV zijn: Liander, Enexis en Stedin. Zij beheren meestal ook de gasnetten.

 

Het gasnet

Het Nederlandse gasnetwerk is, net als het elektriciteitsnetwerk, verdeeld in verschillende netwerken.

Hogedrukgastransportnetwerken transporteren grote hoeveelheden gas direct van het Groningse gasveld naar de regionale gasnetwerken en naar grote eindgebruikers. De regionale netwerken leveren het gas af bij de huishoudens.
Het hogedruknetwerk is in handen van Gasunie, een bedrijf van de Nederlandse staat.
De regionale netwerken zijn eigendom van regionale netbeheerders zoals Stedin, Liander of Enexis.

Op de kaart is het Gasunienetwerk weergegeven. Je ziet de leidingen, mengstations en compressorstations.
De totale lengte van alle leidingen is meer dan 15.000 kilometer!

 

Verschillen per seizoen: Zomer

Het is zomer, de zon schijnt veel  en de temperatuur ligt rond 30 graden. De zonnepanelen wekken nu extra veel stroom op. Op zee profiteren de windmolens van de flinke wind die er staat. Het regent weinig, de rivierstanden dalen en de watertemperatuur stijgt sterk. De conventionele elektriciteitscentrales hebben te weinig koelwater en kunnen minder elektriciteit leveren. Ook de waterkrachtcentrales in de rivieren leveren weinig stroom. De hoeveelheid water in de rivier is veel minder dan in de winter. Daarom schakelen de netbeheerders over op andere stroombronnen. Bijvoorbeeld groene stroom uit Nederland of Duitsland. De kolen- en gascentrales worden dan op een laag pitje gezet, omdat de groene stroom goedkoper is. In deze periode hoeven mensen hun huizen niet te verwarmen, waardoor er minder gas verbruikt wordt dan in de winter, het gas stroomt dus langzamer door de pijpleidingen.

 

Verschillen per seizoen: Winter

Het is winter en het is koud. Het gasverbruik stijgt enorm. De Nederlandse gasbronnen kunnen de vraag bijna niet aan. Er wordt extra gas uit Noorwegen en Rusland in de leidingen gepompt. Ook in Rotterdam ligt extra gas opgeslagen in de Gate Terminal Rotterdam. Dit vloeibare gas komt per schip uit Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Waar het gas voor jouw huis precies vandaan komt, is dus niet met zekerheid te zeggen. Omdat het lang donker en koud is, stijgt ook het elektriciteitsverbruik. De aanvoer van groene stroom uit zonnepanelen is veel lager dan in de zomer. De aanvoer van windenergie is onregelmatig. De netbeheerders moeten dan dus grijze bronnen bijschakelen. In een koude winter kan het dus zijn dat je grijze stroom krijgt in plaats van groene. Die grijze stroom kan ook uit Franse kerncentrales komen.
 
Opdracht 1.
A. Uit welke bronnen komt het gas voor de Nederlandse huishoudens?
B. Hoe hoog kan de spanning zijn (in kVolt) op de draden van het hoogspanningsnet?
C. Waarvoor dient de Gate Terminal op de Maasvlakte in Rotterdam?
D. Waarom is ´s zomers de waterstand van de rivieren belangrijk voor de elektriciteitscentrales?
E. Waarom is de toevoer van groene stroom (uit wind en zon) niet stabiel?
F. Waarom kun je als afnemer van groene stroom toch soms stroom uit een Franse kerncentrale krijgen?