Slaap kent verschillende fasen en bij normale slaap komen deze fasen vijf tot zes keer per nacht voor. Als je eenmaal slaapt is er geen controle meer over de gedachten. De afwisseling van slaapfasen volgt vaak een bepaalde cyclus en zo’n cyclus duurt ongeveer 90 minuten. De cyclus eindigt vaak met de remslaap. De eerste fasen is doezelen en bij de meeste mensen duurt die 3 tot 4 minuten. De ogen beginnen langzaam te draaien en de hersenactiviteit word heel laag. De tweede fasen is de lichte slaap en kan dan nog makkelijk wakker gemaakt worden. Deze fasen duurt ongeveer een half uur. De derde fasen is de diepe slaap en in deze fasen zijn de spieren helemaal ontspannen. Het hartritme daalt, de ademhaling is regelmatig en de lichaamstemperatuur daalt. Deze slaap wordt ook wel sws (slow-wave-slaap) genoemd, omdat de hersengolven heel langzaam worden en hier rust ook iemand het meeste uit. De vierde fase is de diepste slaap en hier vinden ook sw plaats. In deze fase is het ook moeilijk om iemand wakker te maken maar als het lukt kan diegene verward en gedesoriënteerd zijn. De sws duurt ongeveer een uur. De vijfde fase is de remslaap en dat staat voor rapid eye movements en dan bewegen je ogen heel snel. In deze fasen hebben de hersenen evenveel activiteit als overdag. Het lijkt alsof er geen slaap is maar eigenlijk is hij juist aan t dromen. In de remfase kan iemand wakker worden gemaakt.