Als verpleegkundige moet je de ademhaling van de zorgvrager observeren. Dit gebeurt veel minder vaak dan het observeren van de hartslag en de lichaamstemperatuur. Het is noodzakelijk de ademhaling te observeren als er sprake is van een stoornis (of een te verwachten stoornis) in de ademhaling, bijvoorbeeld bij mensen met een longziekte. Ook bij hersenletsel kan het noodzakelijk zijn de ademhaling te observeren.
Observatiepunten bij de ademhaling zijn
Frequentie
De frequentie is het aantal ademhalingen per minuut. De normale ademfrequentie is:
Onder normale omstandigheden is de verhouding tussen de hartfrequentie en de ademfrequentie 4:1. De ademfrequentie kan verhoogd en verlaagd zijn. Een hoge ademfrequentie komt voor bij aandoeningen van longen en luchtwegen, hartafwijkingen, koorts, lichamelijke inspanning en emotie. Een lage ademfrequentie komt voor in slaap- en rusttoestand en na het gebruik van slaapmiddelen.
Diepte en gelijkmatigheid
De diepte van de ademhaling zegt iets over de hoeveelheid lucht die per keer wordt ingeademd. De diepte van de ademhaling is te zien aan de bewegingen van de borstkas en de buik. De diepte en de frequentie van de ademhaling beïnvloeden elkaar. Bij een diepe ademhaling is de frequentie lager en bij een oppervlakkige ademhaling hoger. Een oppervlakkige ademhaling komt voor bij aandoeningen van de ademhalingsorganen (bijvoorbeeld longemfyseem) en sommige hart- en vaatziekten. Een diepe ademhaling komt onder andere voor na het gebruik van slaapmiddelen en bij bewusteloosheid ten gevolge van een te hoog bloedsuikergehalte. Bij een gelijkmatige ademhaling is de diepte per ademhaling steeds gelijk. Bij een ongelijkmatige ademhaling is de diepte wisselend.
Ritme
Het ritme heeft betrekking op de pauzes tussen de ademhalingen. Na elke inademing en uitademing is er een pauze. Als de pauzes even lang zijn, is de ademhaling regelmatig. Bij wisselende pauzes is de ademhaling onregelmatig. Onder normale omstandigheden is het ritme regelmatig; de pauzes duren dan enkele seconden. Bij kortademigheid zijn de pauzes soms afwezig.
Geluid
Onder normale omstandigheden is de ademhaling vrijwel niet te horen; het snurken in de slaap vormt hierop een uitzondering. Bij zwelling van de slijmvliezen van de ademhalingswegen, kan er een hijgende, snurkende, rochelende of piepende ademhaling optreden. Een piepende uitademing is kenmerkend voor mensen die een astmatische aanval hebben.
Afwijkende ademhalingstypen
Bij frequentie, gelijkmatigheid en ritme kunnen de volgende afwijkende ademhalingstypen voorkomen