Opgave 3.1
Stap 1
Open het werkdocument en open het werkblad Opgave 3.1
Stap 2
Bereken voor som 1 de premie die per jaar betaald moet worden. Het antwoord is een negatief getal en dit komt omdat je geld moet betalen. Bij financiƫle functies waarbij je geld ontvangt, dan komt er een positief getal. Bij financiƫle functies waarbij je geld moet betalen, dan komt er een negatief getal.
Hint:
1. Selecteer cel B6 2. Klik op functie invoeren
3. Selecteer de categorie financieel. 4. Kies de functie BET 5. Klik op OK
6. Klik bij rente cel B4 aan 7. Klik bij aantal-termijnen cel B3 aan.
8. Klik bij HW cel B5 aan 9. Klik op OK
Stap 3
Som 2 is hetzelfde als som 1, alleen willen we nu uitrekenen hoe lang je geld moet aflossen. Hierbij ga je staan op cel F3 en dan klik je weer op functie invoeren. We zoeken nu de functie NPER() en deze staat bij de categorie financieel.
Hint:
1. Selecteer cel F3 2. Klik op functie invoeren
3. Selecteer de categorie financieel. 4. Kies de functie NPER 5. Klik op OK
6. Klik bij rente cel F4 aan 7. Klik bij BET cel F6 aan
8. Klik bij HW cel F5 aan 9. Klik op OK
Stap 4
Zorg dat het aantal jaren in cel F3 op hele getallen is afgerond.
Hint:
Stap 5
Bij som 3 willen we weten wat de premie is per maand. Je gaat nu op B13 staan en je klikt op functie invoeren, daarna doe je hetzelfde als stap 2 van dit hoofdstuk met een kleine aanpassing.
De rente die gegeven is, is de rente per jaar. Wat we moeten weten is de rente per maand. Dit doe je door de rente te selecteren en dit delen door 12 (maanden). Het aantal termijnen is 5 jaar, maar ook hier moeten we maanden hebben. In 5 jaar zitten 60 maanden (5 X 12 = 60), dus we selecteren cel B10 en vermenigvuldigen dat met 12. Het bedrag (HW) blijft hetzelfde.
Hint: