De meeste landen op de wereld hebben een grondwet. In Nederland hebben we ook een grondwet, dit is de ‘basiswet’ van ons land. Alle belangrijke rechten en plichten van burgers, overheid en functionarissen (van Koning tot minister-president) zijn hierin vastgelegd.
Het eerste ontwerp van onze huidige grondwet stamt uit 1814. De Franse bezetting onder leiding van Napoleon was beëindigd en dus moest er in Nederland een nieuw bestuur opgezet worden en dus een nieuwe grondwet. In deze grondwet was de macht van de Koning nog erg groot en de macht van de Staten-Generaal (Eerste Kamer en Tweede Kamer) was minimaal, via allerlei wegen kon de Koning de Staten-Generaal buitenspel zetten.
In 1848 – onder leiding van Johan Rudolph Thorbecke werd de belangrijkste grondwetswijziging doorgevoerd en werd de macht van de Koning ingeperkt en juist de macht van de vanaf dan gekozen Staten-Generaal uitgebreid. Op grote lijnen is onze grondwet nog steeds dezelfde grondwet als in 1848, ondanks dat de tijden natuurlijk enorm veranderd zijn.
In de grondwet worden verschillende belangrijke zaken geregeld. Zo is de macht van de overheid begrenst in de grondwet. Ook de belangrijkste rechten van burgers zijn vastgelegd in de grondwet, deze zijn onderverdeeld in klassieke grondrechten en sociale grondrechten. Als laatste wordt er van alle ‘overheidsorganen’ bepaald wie welke macht heeft.
Zoals eerder gezegd zijn de grondrechten in Nederland verdeeld in klassieke en sociale grondrechten. Klassieke grondrechten gaan bijvoorbeeld over het recht op gelijke behandeling, het recht om te gaan en staan waar je wil (binnen de grenzen van de wet) of het recht op lichamelijke integriteit (niemand mag je zomaar aanraken als jij dat niet wil).
Al deze klassieke grondrechten zijn niet zoveel waard wanneer wij als burgers geen sociale grondrechten hebben. Want wat is je vrijheid waard als jij geen eten hebt, of geen woning. Sociale grondrechten verplichten de overheid dan ook om voor allerlei zaken te zorgen zoals; woonruimte, onderwijs, werk, sociale zekerheid en volksgezondheid.
Onze grondwet is dus het beginpunt van onze samenleving en de belangrijke 'ruggengraat' van de Nederlandse rechtsstaat.