Kracht korten we af tot F (van Force) en drukken we uit in newton. Een voorbeeld is zwaartekracht (Fz = Force zwaartekracht). De kracht die uitgeoefend wordt op een voorwerp tekenen we met vectoren. Vectoren worden getekend als een pijl. Deze pijl toont aan:
- wat de grootte van de kracht is
- welke kant de kracht op werkt
- op welk punt van het voorwerp de kracht aangrijpt
Als je een kracht tekent, kies je eerst een krachtenschaal. Dat kan bijvoorbeeld zijn: 1 cm pijl staat gelijk aan 5 Newton. Als er een kracht van 15 Newton is, dan teken je een pijl van 3 cm.
Krachten in dezelfde richting mag je bij elkaar optellen.
Krachten in tegenovergestelde richting mag je van elkaar afhalen.