1. Krachten tekenen

Kracht korten we af tot F (van Force) en drukken we uit in newton. Een voorbeeld is zwaartekracht (Fz = Force zwaartekracht). De kracht die uitgeoefend wordt op een voorwerp tekenen we met vectoren. Vectoren worden getekend als een pijl. Deze pijl toont aan:

- wat de grootte van de kracht is

- welke kant de kracht op werkt

- op welk punt van het voorwerp de kracht aangrijpt

Als je een kracht tekent, kies je eerst een krachtenschaal. Dat kan bijvoorbeeld zijn: 1 cm pijl staat gelijk aan 5 Newton. Als er een kracht van 15 Newton is, dan teken je een pijl van 3 cm.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Krachten in dezelfde richting mag je bij elkaar optellen.

Krachten in tegenovergestelde richting mag je van elkaar afhalen.