Van vraagoverschot naar marktevenwicht

In het dagelijks leven hebben we twee soorten markten:

Vaak loopt de markt van vraag en aanbod mooi in balans tot er opeens iets gebeurt in de economie waardoor de vraag omhoog schiet. Denk maar aan een loonstijging in de zorg of het onderwijs. De vraag stijgt veel sneller dan het aanbod waardoor er een vraagoverschot ontstaat. Een deel van de aanbieders kan niet voldoen aan de enorme vraag waardoor sommige mensen meer moeten gaan betalen voor bepaalde producten. Deze mensen gaan dan ''tegen elkaar opbieden'' om toch dat product te kunnen kopen wat ze graag willen. De prijs van dit product zal blijven stijgen totdat de aanbod weer gelijk is aan de vraag. Wanneer vraag en aanbod weer gelijk aan elkaar zijn noem je de prijs waarvoor het product verkocht word de evenwichtsprijs. Bij deze prijs kruisen de vraaglijn en de aanbodlijn elkaar en is er sprake van een marktevenwicht. De hoeveelheid die bij deze prijs verkocht wordt noemen we ook wel de evenwichtshoeveelheid.

In deze afbeelding is de evenwichtsprijs ongeveer €14,- en de evenwichtshoeveelheid 210 (x100.000)

 

De evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid kan je ook berekenen. Dit doe je door de Qv en Qa vergelijkingen met elkaar gelijk te stellen. Dit doe je zo:

Qv = -250.000P + 750.000

Qa = 500.000P - 300.000

Qa = Qv

  500.000P - 300.000 = -250.000P + 750.000

  750.000P = 1.050.000

  P = €1,40 => Dit is de evenwichtsprijs

De evenwichtshoeveelheid bereken je vervolgens door de evenwichtsprijs in te vullen in één van de twee vergelijkingen dus:

Qv = -250.000 X 1,40 + 750.000 = 400.000

Qa = 500.000 X 1,40 - 300.000 = 400.000

Dus 400.000 is de evenwichtshoeveelheid