Werk voor deze opdracht samen met anderen. Vorm een groep van maximaal vier personen. Elk groepje zoekt twee ondersteuningsmethodieken die gebruikt worden bij mensen met NAH. Zij verdiepen zich in deze methodieken en brengen in kaart op welke theorie de methodiek gebaseerd is en wat de werkende principes zijn. Vervolgens vergelijken zij beide methodieken met elkaar. Geef in de vergelijking aan waar de verschillen en overeenkomsten zijn en onderbouw welke methodiek je het meeste aanspreekt.