Voorbeelden oorzakelijk verband

 

Door de storm is de grote boom in onze tuin op ons dak gevallen.

   

In de zin hierboven is er sprake van een oorzakelijke verband.
Oorzaak: de storm
Dat wat er gebeurd is (gevolg): de grote boom is op ons dak gevallen.
In dit geval staat de oorzaak eerder in de zin genoemd, dan dat wat er gebeurd is.

   

 

Dit kan ook andersom.

De grote boom in onze tuin is omgevallen, doordat er vannacht een storm woede.



Dat wat er gebeurd is, staat nu vooraan in de zin en daarna volgt de oorzaak.
Er is nog steeds sprake van een oorzakelijk verband.

Een oorzakelijk tekstverband kan ook voorkomen tussen alinea's. Wanneer een zware storm veel schade heeft aangericht in een stad, kan bij voorbeeld in de ene alinea een beschrijving van de storm (oorzaak) staan en in de volgende alinea een beschrijving van alle schade (gevolg) die de storm veroorzaakt heeft.