Lees de onderstaande tekst.
Jasper zit in de klas en hij verveelt zich. Hij besluit van een blaadje uit zijn schrift een vliegtuigje te vouwen. Zijn vriend, die naast hem zit, daagt hem uit het vliegtuigje door de klas gooien. Jasper twijfelt, maar laat zich overhalen. Meneer Van Dalen staat immers toch met zijn rug naar de klas toe. Jasper gooit het vliegtuigje, net op het moment dat de docent zich omdraait. Met een mooie boog vliegt het vluigtuigje naar voren en land met de punt op het voorhoofd van meneer Van Dalen. Jasper moet voor straf drie uur nablijven. Kortom, Jasper moet nablijven, omdat hij een vliegtuigje gooide. |
In deze zin wordt de belangrijkste informatie uit de tekst nog eens herhaalt. Alle tekst voor de laatste zin, wordt hierin samengevat. |
|
Je kunt het signaalwoord 'kortom' ook door een van de andere signaalwoorden vervangen.
De laatste zin wordt dan bijvoorbeeld:
Het komt erop neer dat Jasper moet nablijven, omdat hij een vliegtuigje gooide.
Met andere woorden, Jasper moet nablijven, omdat hij een vliegtuigje gooide.
Het verschil
Je hebt deze tekst al gelezen bij het concluderend verband of je gaat dit nog doen.
Alleen het einde van de twee teksten is anders.
Bedenk of je goed het verschil snapt tussen de verschillende eindes van de twee teksten. Als je dit begrijpt, ken je dus het verschil tussen een concluderend verband en een samenvattend verband.